Gepubliceerd in:
2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk
150 Verzakking/uterovaginale prolaps
Auteurs : S. van Markus-Floor, A.G. Glansdorp
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
Men spreekt van een prolaps (‘verzakking’) als een of meer organen van het kleine bekken vanuit de normale positie naar beneden of voorwaarts zijn verplaatst. Een prolaps van de vaginavoorwand, waarbij de blaas al dan niet met de urethra uitzakt, noemt men een cystocele (figuur 150.1), een prolaps van de vagina-achterwand waarbij het rectum uitzakt, noemt men rectocele (figuur 150.2). Men spreekt van enterocele wanneer het peritoneum met dunne darm uitzakt. Ook de uterus en/ of vaginatop kunnen geprolabeerd zijn. Een combinatie komt het meest voor. Demate van prolabering wordt internationaal aangegeven met behulp van de pelvic organ prolapse quantification (POP-Q), die de afstand tot het hymen als criterium neemt.1,2 De indeling van Baden-Walker (figuur 150.3) geeft de mate van verzakking aan in graden (0 t/m 3).