01-02-2007 | Artikelen
Op zoek naar de biologische basis van adhd: aanwijzingen vanuit cognitie, neuro-imaging, psychofarmacologie en genetica-onderzoek
Gepubliceerd in: Neuropraxis | Uitgave 1/2007
Log in om toegang te krijgenAbstract
Attention Deficit Hyperactivity Disorder (adhd) is een neuropsychiatrische aandoening die relatief veel voorkomt bij kinderen in de schoolgaande leeftijd. De prevalentie is 3 tot 5 procent. Zoals de naam al zegt, wordt deze aandoening gekenmerkt door hyperactief, impulsief, gedesorganiseerd en aandachtsgestoord gedrag, dat niet bij de leeftijd past (Kaplan et al., 1994). Neuropsychologisch wordt deze aandoening in verband gebracht met problemen met gedragsregulatie, ofwel cognitieve controle, het vermogen om ongepast gedrag tegen te houden en gedrag aan te passen naar aanleiding van prikkels uit de omgeving. Dit komt tot uitdrukking in de diagnostische criteria die omschreven staan in dsm-iv (apa, 1994), waarin dat gedrag wordt gepreciseerd: het maken van ongepaste opmerkingen, storend gedrag in de klas, en zelfs potentieel gevaarlijk gedrag, zoals de straat oversteken zonder te kijken.