Samenvatting
In het taalgebruik van alledag wordt het begrip depressief te pas en te onpas gebruikt. ‘Vandaag gaat het allemaal niet zo goed als anders, ik voel me toch zo depressief’, of: ‘Kijk toch eens hoe lang het al regent, je zou er depri van worden.’ Het mag duidelijk zijn dat dergelijke uitspraken niet zo veel te maken hebben met een echte depressie. Af en toe een slecht humeur of absoluut geen zin hebben in dingen die op andere momenten best leuk zijn, heeft ook niets te maken met een depressie of depressieve gevoelens.
De meeste mensen maken in hun leven wel eens een situatie mee waardoor ze een tijdje somber zijn. Soms bestaat daarvoor een heel duidelijke aanleiding. Het gaat niet goed op school, je relatie is net stukgelopen of een naast familielid is overleden. In dergelijke gevallen is het moeilijker om ergens plezier aan te beleven, heb je misschien minder zin in eten en maakt het je allemaal niet zo heel veel uit wat er verder in de wereld gebeurt. Bij het merendeel van de mensen gaat dit gevoel van somberheid vanzelf weer over. Het kan een tijdje duren, maar langzamerhand zul je aan het idee wennen dat er iemand verdwenen is die je dierbaar was. Niet dat iets dergelijks opeens minder erg wordt, maar het sombere gevoel erover neemt af. Het eten begint weer beter te smaken en de wereld lijkt wat minder grauw dan deze er in eerste instantie uitzag.