Skip to main content
Top
Gepubliceerd in:

01-10-2021 | Artikel

Zwijgen is goud

Auteur: Job van Amerongen

Gepubliceerd in: DementieVisie | Uitgave 5/2021

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Extract

'Ik weet het nog heel goed. We woonden aan de Weesperzijde. Toch in die tijd echt een buurt voor de meer welgestelde Amsterdammers. Maar wij hadden het arm. Heel arm. We woonden dan ook in het "blok voor armelui". We waren met zeven kinderen en mijn vader en moeder.' Terwijl meneer Damsma vertelt, zucht meneer Koppen naast me. Hij stoot me zachtjes aan en zegt: 'Let op, nu gaat hij vertellen over dat stukkie vlees. Dat ze zich zo'n stukkie vlees maar één keer in de week konden veroorloven. Dat hij weleens stinkend jaloers was, dat gaat hij ook vertellen. Je zal het zien.' En inderdaad vervolgt meneer Damsma: 'Er was alleen op zondagavond voor iedereen een stukje vlees. Ik was weleens afgunstig op klasgenootjes die thuis elke dag vlees aten. Dat is geen mooie eigenschap, afgunst. Je behoort iedereen het beste te gunnen. Maar ik was het wel, afgunstig.' Meneer Koppen, terwijl hij met de armen een bel luidende ijscoman nadoet: 'Tring, tring, tring, daar komt de ijscoman om de hoek kijken. Op zaterdagmiddag.' Meneer Damsma vertelt onverstoorbaar verder: 'Op zaterdag kwam de ijscoman. Maar een ijsje kostte één cent, moet u weten. Dat was zeven cent voor zeven ijsjes. Voor Anton, Annie, Bea, Carla, Henk, Klaartje en voor mij. En daarmee voor ons veel te duur. Maar daar hebben we wat op gevonden. We zorgden dat we elke zaterdagmiddag om 14.00 uur aan de voet van de brug naar de Ceintuurbaan stonden.' Meneer Koppen, nu luid en duidelijk voor iedereen in de groep hoorbaar: 'Toen je het vorige week vertelde was het nog 15.00 uur. Je moet het verhaal wel op dezelfde manier blijven vertellen, anders raken we met z'n allen in de war.' Een aantal deelnemers aan de reminiscentiegroep brengt de vinger naar de mond in een poging meneer Koppen discreet, maar duidelijk tot zwijgen te manen. Meneer Damsma haalt slechts de schouders op: 'Dan zal het 15.00 uur geweest zijn. Wat maakt het uit? In ieder geval hielpen we de ijscoman om zijn ijscokar naar de andere kant van de brug te duwen. Als beloning kregen we dan zeven ijsjes voor drieënhalve cent in plaats van zeven cent. We waren de koning te rijk. Elke zaterdag weer. Zo'n ijsje van een halve cent heette een "spatsie". Het was eigenlijk een ijsje voor de hond.' Meneer Koppen geeft een cynisch applaus, gevolgd door een in plat Amsterdams uitgesproken: 'Bravo Arie, het is pas de zevenentachtigste keer dat je dit verhaal vertelt.' Nu is het de beurt aan mevrouw Van Lierop om een kleine correctie aan te brengen: 'Die meneer heet om te beginnen Cor en geen Arie. In de tweede plaats: wat maakt het uit dat hij dat verhaal wat vaker vertelt?! Het is een mooi verhaal. Ik hou van mooie verhalen. Dank je wel, Cor. Je hebt het heel goed verteld. Je moet weten: we hebben het allemaal gewaardeerd.' Er volgt applaus van de groep. Meneer Damsma is er beduusd van. 'Dank u wel. Nu ja, u moet weten: we hebben het om de drommel niet makkelijk gehad. Maar we konden genieten van heel kleine dingen.' De gespreksleider doet er het zwijgen toe en beperkt zich tot een instemmend knikje. Het besef dat zijn eigen zwijgen soms goud is, hoeft hem niet te worden bijgebracht.
Metagegevens
Titel
Zwijgen is goud
Auteur
Job van Amerongen
Publicatiedatum
01-10-2021
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
DementieVisie / Uitgave 5/2021
Print ISSN: 2950-2713
Elektronisch ISSN: 2950-2721
DOI
https://doi.org/10.1007/s12428-021-0902-6