Samenvatting
Het risico op complicaties in de zwangerschap is verhoogd bij patiënten met nierziekten. Daarom moet met elke patiënte voorafgaand aan een eventuele zwangerschap een uitvoerig gesprek plaatsvinden. Voor patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie zal dit overleg veelal plaatsvinden met de behandelend nefroloog, en zal een preconceptioneel advies gevraagd worden aan de gynaecoloog-obstetricus. Patiënten met geringe nierschade of patiënten met nierziekten in de familie zullen niet onder behandeling zijn van een nefroloog. De huisarts is dan meestal de eerste die met vragen rondom een zwangerschapswens wordt geconfronteerd. Minstens zo belangrijk is een proactieve houding: wijs waar mogelijk alle vrouwen met hypertensie, nierschade of nierziekten in de familie erop dat een zwangerschap ‘gepland’ moet worden; dat wil zeggen, dat er voorafgaand aan de zwangerschap overleg geweest moet zijn.
Belangrijke vragen die gesteld kunnen worden zijn:
1.
Is er sprake van verminderde vruchtbaarheid, is zwangerschap mogelijk?
2.
Wat zijn de risico’s van een zwangerschap voor moeder en kind?
3.
Moet voorafgaand aan de zwangerschap het medicamenteuze beleid worden veranderd?
4.
Is de nierziekte erfelijk, wat zijn de mogelijkheden voor preconceptioneel advies?
In dit hoofdstuk zullen we de verschillende aspecten bespreken. Achtereenvolgens komen aan bod de fysiologische veranderingen van de nier in een zwangerschap, het risico op complicaties bij een patiënte met nierschade, en adviezen ten aanzien van medicamenteuze behandeling. De erfelijkheidsaspecten komen aan bod in de paragraaf over erfelijke nierziekten.