Skip to main content
Top

2017 | OriginalPaper | Hoofdstuk

12. Zuur-basenevenwicht en kaliumhuishouding

Auteurs : T.J. Rabelink, A.P.J. de Vries, D. Soonawala

Gepubliceerd in: Leerboek interne geneeskunde

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De concentraties van waterstof- en kaliumionen worden binnen zeer nauwe grenzen gereguleerd. Veel essentiële functies, zoals de membraanpotentiaal en eiwitinteracties, zijn hiervan afhankelijk. H+- en K+-ionen bevinden zich zowel intra- als extracellulair. Voor zowel de renale excretie als het transcellulaire evenwicht zijn H+ en K+ met elkaar in competitie. Stoornissen van de extracellulaire H+-concentratie [H+] en kaliumconcentratie [K+] komen daarom vrijwel gelijktijdig voor. Veel klinische situaties gaan gepaard met verstoringen in de H+- en de K+-huishouding, zoals braken, diarree, gebruik van medicatie (diuretica), nierfunctiestoornissen, hormoonstoornissen (bijnierschorsinsufficiëntie, diabetische ontregeling) en intoxicaties. Daarom worden ze in dit hoofdstuk gezamenlijk besproken.
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Voetnoten
1
Lees de notatie [H+] als ‘de concentratie van H+’.
 
2
Bij de analyse van het bloedgas wordt vaak ook het base exces gerapporteerd. Deze waarde geeft aan hoeveel sterk zuur moet worden toegevoegd aan elke liter volledig zuurstofrijk bloed om de pH weer naar 7,40 te krijgen, bij een temperatuur van 37 °C en een pCO2 van 5,3 kPa. Een negatief base exces duidt op een acidose; er zou base moeten worden toegevoegd om de acidose te corrigeren. Een positieve waarde van het base exces duidt op een alkalose.
 
3
Bij mensen met een grote spiermassa (hoge creatinine excretie) of een lage spiermassa (lage creatinine excretie) is de ratio urine kalium/creatinine minder betrouwbaar voor het onderscheid tussen renaal en niet-renaal kalium verlies. Veel tekstboeken hanteren daarom niet de ratio, maar een urine kalium van < 20 mmol/L als grens voor het onderscheid.
 
4
Berekening TTKG, een voorbeeld: wanneer er geen nettowaterreabsorptie is in de medulla, zal de urineosmolaliteit ongeveer 300 mosmol/kg H2O zijn. De gemiddelde kaliumexcretie is dan bijvoorbeeld rond de 10 mmol/l. Stel dat de patiënt 75% van het water gaat terugresorberen (bijvoorbeeld door ADH-activatie), dan zal de urine concentreren en zal de urineosmolaliteit tot 1200 mosmol/kg H2O kunnen stijgen. Diezelfde 10 mmol/l wordt dan opgelost in een kwart van het urinevolume en daardoor zal de kaliumconcentratie in de urine 40 mmol/l zijn, terwijl de absolute kaliumexcretie op zichzelf onveranderd is. Derhalve moet gecorrigeerd worden voor deze veranderingen in waterreabsorptie. Dit kan gedaan worden met behulp van de TTKG. Het is belangrijk dat de urineosmolaliteit niet lager is dan de plasmaosmolaliteit. Als de TTKG hoog is (7 of meer), is er sprake van mineralocorticoïdactiviteit; als deze onder de 2 is, ontbreekt juist mineralocorticoïdactiviteit.
 
Literatuur
1.
go back to reference Berend K, Vries AP de, Gans RO. Physiological approach to assessment of acid-base disturbances. N Engl J Med. 2014 Oct 9;371(15):1434–45.CrossRef Berend K, Vries AP de, Gans RO. Physiological approach to assessment of acid-base disturbances. N Engl J Med. 2014 Oct 9;371(15):1434–45.CrossRef
2.
go back to reference Halperin ML, Kamel KS, Goldstein MB (red.). Fluid, electrolyte, and acid-base physiology: a problem based approach, 4e druk. Philadelphia: Saunders; 2010. Halperin ML, Kamel KS, Goldstein MB (red.). Fluid, electrolyte, and acid-base physiology: a problem based approach, 4e druk. Philadelphia: Saunders; 2010.
3.
go back to reference Jong PE de, Koomans HA, Weening JJ (red.). Klinische nefrologie, 4e druk. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg; 2005. Jong PE de, Koomans HA, Weening JJ (red.). Klinische nefrologie, 4e druk. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg; 2005.
4.
go back to reference Maaten J.C. ter, Gans R.O.B., Smets Y.F.C., Berg E. van den (red.): Het acute boekje. https://www.hetacuteboekje.nl. (geraadpleegd 24-Juli-2017). Maaten J.C. ter, Gans R.O.B., Smets Y.F.C., Berg E. van den (red.): Het acute boekje. https://​www.​hetacuteboekje.​nl.​ (geraadpleegd 24-Juli-2017).
5.
go back to reference Rose B, Post Th. Clinical physiology of acid-base and electrolyte disorders, 5e druk. New York: McGraw-Hill Education; 2001. Rose B, Post Th. Clinical physiology of acid-base and electrolyte disorders, 5e druk. New York: McGraw-Hill Education; 2001.
Metagegevens
Titel
Zuur-basenevenwicht en kaliumhuishouding
Auteurs
T.J. Rabelink
A.P.J. de Vries
D. Soonawala
Copyright
2017
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1841-4_12