Samenvatting
De concentraties van waterstof- en kaliumionen worden binnen zeer nauwe grenzen gereguleerd. Veel essentiële functies, zoals de membraanpotentiaal en eiwitinteracties, zijn hiervan afhankelijk. H+- en K+-ionen bevinden zich zowel intra- als extracellulair. Voor zowel de renale excretie als het transcellulaire evenwicht zijn H+ en K+ met elkaar in competitie. Stoornissen van de extracellulaire H+-concentratie [H+] en kaliumconcentratie [K+] komen daarom vrijwel gelijktijdig voor. Veel klinische situaties gaan gepaard met verstoringen in de H+- en de K+-huishouding, zoals braken, diarree, gebruik van medicatie (diuretica), nierfunctiestoornissen, hormoonstoornissen (bijnierschorsinsufficiëntie, diabetische ontregeling) en intoxicaties. Daarom worden ze in dit hoofdstuk gezamenlijk besproken.