Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: GZ - Psychologie 3/2017

01-04-2017 | In gesprek met

‘Zeventig procent van alle patiënten met een eetstoornis is geholpen met CBT-E’

Auteur: Erik Hardeman

Gepubliceerd in: GZ - Psychologie | Uitgave 3/2017

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
insite
ZOEKEN

Samenvatting

Eetstoornissen zijn lastig te behandelen, maar de Amsterdamse kliniek Novarum boekt goede resultaten met CBT-E. Deze therapievorm is ontwikkeld door Christopher Fairburn, hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit van Oxford.
Opmerkingen
In deze rubriek vertelt iemand uit de GGZ of de academische wereld over zijn of haar ervaringen. Erik Hardeman is auteur en journalist.

Christopher Fairburn

Psychiater Christopher G. Fairburn geeft leiding aan het Centre for Research on Eating Disorders (CREDO). In 1995 legde hij zijn behandeling voor patiënten met eetstoornissen vast in het boek ‘Overcoming binge eating’. In 2016 verscheen dit boek als Nederlandse vertaling in: ‘Overkom je eetbuien’. Fairburn ontving talrijke onderscheidingen, waaronder de Aaron T. Beck Award van de Academy of Cognitive Therapy en de Outstanding Researcher Award van de Academy for Eating Disorders.
Waar staat de afkorting CBT-E voor?
‘Voor Cognitive Behavourial Therapy Enhanced. Het gaat om een behandeling die ik in de jaren negentig heb ontwikkeld, op basis van de gedragstherapie waarmee ik al sinds 1980 patiënten met boulimia behandelde. Ik vroeg me af de behandeling ook zou aanslaan bij patiënten met andere eetstoornissen zoals anorexia nervosa, de Binge Eating Disorder (BED) en de atypische eetstoornis, een mengvorm van anorexia en boulimia waaraan verreweg de meeste patiënten met een eetstoornis lijden.’ Binge Eating Disorder (BED) en de atypische eetstoornis, een mengvorm van anorexia en boulimia waaraan verreweg de meeste patiënten met een eetstoornis lijden.’
Hoe kwam u daarbij?
‘Volgens de diagnostische handboeken gaat het om afzonderlijke eetstoornissen, maar tussen de patiënten bestaan meer overeenkomsten dan verschillen. Ze zijn allemaal bezorgd over hun figuur en gewicht, en niet in staat tot normaal eetgedrag. Bovendien zijn de diagnoses niet constant; veel boulimiapatiënten ontwikkelen later de atypische eetstoornis, en anorexia gaat bij heel wat patiënten na een paar jaar over in boulimia. Kortom, ik had de indruk dat er sprake is van één onderliggend mechanisme. Op basis van die aanname heb ik CBT-E ontwikkeld, een transdiagnostische behandeling voor alle patiënten met een eetstoornis.’
Wat is het behandeldoel?
‘Dat patiënten anders over zichzelf en hun eetgedrag gaan nadenken, door ze te laten ontdekken wat de oorzaak is van hun eetproblemen. Dat is bijna altijd onvrede over hun uiterlijk; ze vinden zichzelf te dik en slaan extreem aan het lijnen. Het paradoxale gevolg is dat ze last krijgen van eetbuien; uit frustratie omdat het lijnen onvoldoende effect heeft.
De Binge eating disorder heeft een andere achtergrond, maar ook die patiënten willen van hun eetbuien af. Gemene deler: bij alle patiënten met een eetstoornis is er sprake van een mechanisme dat hen ‘gevangen houdt’ en CBT-E helpt hen om uit die ‘gevangenis’ los te breken.’
‘Het bleek niet gemakkelijk om het nieuwe protocol in de vingers te krijgen’
Hoe werkt CBT-E?
‘We leren patiënten om kritisch naar hun lichaam en eetgedrag te kijken. Daarvoor moeten ze een zo gedetailleerd eetdagboek bijhouden en regelmatig gaan eten (ontbijt, lunch, diner en tussendoortjes op vaste tijden). Voor patiënten die zo slank mogelijk willen blijven, is dat heel erg moeilijk, maar als het ze lukt, zorgt CBT-E binnen twee tot drie weken voor een forse afname van het aantal eetbuien en het extreme lijngedrag.’
Uw aanpak klinkt nogal schools en streng.
‘Dat is nodig omdat patiënten met een eetstoornis vermijdingsgedrag vertonen; ze denken het liefst zo weinig mogelijk over hun eetgedrag na. Door hen te verplichten om een gedetailleerd eetdagboek bij te houden, dwingen we hen om stil te staan bij hun afwijkende eetpatroon.’
Wat als CBT-E niet aanslaat?
‘Dat gebeurt zelden en als het gebeurt, is er met de patiënt meestal iets bijzonders aan de hand. Mogelijk heeft hij of zij last van grote stress, of legt de patiënt zichzelf, - in zijn of haar perfectionisme -, extreem strenge eetregels op. Daarom heb ik ook een behandeling ontwikkeld die zich op deze belemmerende factoren richt.’
Waardoor worden eetstoornissen veroorzaakt?
‘Als je patiënten vraagt wat er gebeurde toen ze problemen met eten kregen, hoor je ze vaak het woord ‘controle’ noemen. Adolescenten voelen zich vaak ‘out of control’ en zoeken naar manieren om de controle over hun leven te herwinnen. Sommige meisjes hervinden (het gevoel van) controle door hun eetgedrag te gaan beheersen, omdat een slank figuur bijdraagt aan hun sociale succes. Voor adolescente jongens werkt dat anders, daarom komen eetstoornissen zoals anorexia en boulimia vooral bij jonge vrouwen voor.’
Christopher fairburn, over de ontdekking van boulimia:
‘Toen ik eind jaren zeventig in Edinburgh de opleiding tot psychiater volgde, werd mij gevraagd om een patiënt met anorexia te onderzoeken. Tot mijn verrassing had de vrouw in kwestie een volstrekt normaal gewicht. Ik zei tegen mijn hoogleraar: het lijkt wel of zij tegelijk wel en geen anorexia heeft. “Ach”, zei die, “je hebt haar vast niet goed gewogen, junior- artsen kunnen ook niks, ik zal haar zelf eens onderzoeken.” Maar toen hij terugkwam, moest hij toegeven dat ik gelijk had. Hij begreep er ook niets van. Hij gaf me de opdracht om in de literatuur te zoeken, maar over dit verschijnsel was niets te vinden. Na een week of drie puzzelen zei ik tegen de patiënt: ik moet u een erg persoonlijke vraag stellen: ik begrijp niet hoe u aan dit gewicht komt, want u eet toch helemaal niets? Toen barstte ze in tranen uit en vertelde voor het eerst over haar eetbuien. Daar had ik nooit naar gevraagd, want nergens in de literatuur stond iets over eetbuien bij anorexia.
Een maand later zagen we een vergelijkbare patiënt en gaandeweg meldden er zich meer. Binnen anderhalf jaar had ik 27 patiënten, voor wie ik inmiddels een behandeling met CGT had ontwikkeld. Destijds publiceerde een anorexia-expert een artikel waarin hij de aandoening beschreef, hij noemde die boulimia. Hij zei dat hij in zes-en-een-half jaar ongeveer dertig gelijke patiënten had gezien. Volgens hem was de aandoening niet te behandelen, terwijl ik mijn 27 patiënten al anderhalf jaar succesvol behandelde.
Cosmopolitan
Om in te schatten hoe groot het probleem was, besloot ik de redactie van het Amerikaanse modetijdschrift Cosmopolitan te benaderen, met de vraag of lezers met eetbuien wilden vragen om contact met mij op te nemen. Binnen twee weken kreeg ik duizend reacties van vooral vrouwen die gemiddeld al vijf jaar met dit probleem bleken te worstelen, een probleem waarvoor vrijwel niemand ooit (goed) was behandeld. Toen werd me voor het eerst duidelijk dat het om een serieus gezondheidsprobleem ging.
BBC
Een paar weken later belde de BBC, met de vraag of er nog iemand op die “malle oproep” in de Cosmopolitan had gereageerd. Toen ik daarop antwoordde ja, ongeveer duizend mensen, bleef het eerst even stil, om me direct daarna te vragen voor een televisieprogramma over boulimia. Nou, dat heb ik geweten; na de uitzending heeft de telefooncentrale van het ziekenhuis (Oxford) waar ik toen werkte noodlijnen moeten aanleggen om alle telefoontjes te kunnen verwerken. De dienst liet die dagen zelfs een speciaal bestelautootje rijden met enkel post voor mij. Ik wist niet hoe ik het had. Ik was 31 en al wereldberoemd, omdat ik als enige een onbekende, maar veel voorkomende aandoening kon behandelen.’
Informatie
Toch ontwikkelt slechts een minderheid van de adolescente meisjes een eetstoornis.
‘Uit onderzoek blijkt dat daarvoor een aantal risicofactoren bestaan. Veel patiënten komen uit een familie met eetproblemen, hadden een ongelukkige jeugd, zijn erg perfectionistisch, hebben een lage eigenwaarde en functioneren in een sociale omgeving waarin het slankheidsideaal de norm is. In de kern hebben eetstoornissen weinig met voedsel te maken. Daarom richt CBT-E zich vooral op de bewustwording van schadelijk gedrag bij patiënten zoals het extreme lijnen.’
Zijn er andere behandelingen die even goed, of beter werken?
‘Er bestaat een andere variant van CBT-E, verder is er geen enkele therapie die onze behandelresultaten benadert. De behandelcentra waar CBT-E gegeven wordt, slagen erin om (gemiddeld) zeventig procent van de patiënten van hun eetbuien af te helpen. Zelfs de meest lastig te behandelen patiënten, mensen met anorexia nervosa, zijn ermee geholpen.
‘Er bestaat geen enkele andere therapie die onze behandelresultaten benadert’
Een paar jaar geleden is in Kopenhagen een studie gedaan waarin twintig sessies CBT-E zijn vergeleken met honderd sessies psychoanalyse (een therapie waarin ook uitgebreid werd ingegaan op problemen uit het verleden van patiënten). CBT-E bleek veel effectiever, en dat in een fractie van het aantal sessies.’
In het boek ‘Overwin je eetbuien’ presenteert u de behandeling als een zelfhulpprogramma. Is zelfhulp wel mogelijk bij een zeer ernstige aandoening?
‘Sommige patiënten herstelden met CBT-E sneller dan we voor mogelijk hielden. Daarom dacht ik: als ik de behandeling nu eens uitschrijf, moeten mensen het ook zelf kunnen. Dat geldt vooral voor patiënten met een binge eating disorder. Geleide zelfhulp is bij hen net zo effectief als behandeling door een therapeut, zo blijkt uit onderzoek. Bij andere eetstoornissen werkt zelfhulp maar bij een deel van de patiënten. In totaal besparen we met de inzet van zelfhulp fors in de zorgkosten. Zo is het in Engeland de bedoeling dat patiënten straks eerst de geleide zelfhulp proberen. Alleen als de zelfhulp niet aanslaat, - en er na vier tot zes weken nog niets is veranderd -, komen patiënten in aanmerking voor hulp van een therapeut.’
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Onze productaanbevelingen

GZ-Psychologie

GZ-Psychologie is een onafhankelijk tijdschrift en richt zich geheel op de snelgroeiende beroepsgroep van gz-psychologen, waarvan er inmiddels meer dan 15.000 zijn. GZ-Psychologie wil de identiteit en ...

BSL Academy Accare GGZ collective

Metagegevens
Titel
‘Zeventig procent van alle patiënten met een eetstoornis is geholpen met CBT-E’
Auteur
Erik Hardeman
Publicatiedatum
01-04-2017
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
GZ - Psychologie / Uitgave 3/2017
Print ISSN: 1879-5080
Elektronisch ISSN: 1879-5099
DOI
https://doi.org/10.1007/s41480-017-0017-0

Andere artikelen Uitgave 3/2017

GZ - Psychologie 3/2017 Naar de uitgave