Abstract
Nu mensen met een verstandelijke handicap in toenemende mate buiten de instellingen gaan wonen, krijgt ook de huisarts met deze groep patiënten te maken. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op een tweetal veelvoorkomende gedragsproblemen bij personen met een verstandelijke beperking. Deze gedragsproblemen zijn zelfverwonding en slaapproblemen. De diagnostiek van gedragsproblemen bij personen met een verstandelijke beperking is niet altijd eenvoudig. Het betreft een werkwijze waarbij informatie over genetische etiologie, omgevingsvariabelen, beloop in de tijd, somatische en neurologische onderzoeksbevindingen en resultaten van eventueel eerdere interventies moet worden betrokken. Op basis hiervan kan een individueel behandelvoorstel worden opgesteld, waarvan de resultaten periodiek dienen te worden geëvalueerd. Dit alles vereist per definitie een multidisciplinaire benadering.