2009 | OriginalPaper | Hoofdstuk
3. Zelfbelevingspatroon
Auteurs : H. T. Speksnijder, J. M. Vink, C. A. M. Verhoeven, P. C. van Sintmaartensdijk-Schuijff
Gepubliceerd in: Verpleegkundige diagnoses in de hemato-oncologie
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Extract
Definitie: Een verminderde frequentie van iemands stoelgang, gepaard gaande met moeilijke of niet-volledige ontlasting en/of buitengewoon harde droge ontlasting.
Samenhangende factoren
|
Symptomen
|
---|---|
□ Verandering in dagelijkse gewoonten
|
□ Verminderde eetlust
|
□ Onvoldoende lichaamsbeweging
|
□ Misselijkheid en/of braken
|
□ Onvoldoende vocht- en/ofvezelinname
|
□ Persen bij stoelgang
|
□ Geneesmiddelen
|
□ Donkere, droge, harde ontlasting
|
□ Emotionele stress/depressie/geestelijk in de war
|
□ Slijmerige ontlasting
|
□ Overloopdiarree
|
|
□ Anale fissuren/aambeien
|
□ Pijn bij defecatie
|
□ Tumormassa in buikholte
|
□ Verminderde hoeveelheid en frequentie van ontlasting
|
□ Opgezette buik
|
|
□ Gevoelige, pijnlijke buik
|
|
□ Ernstige flatulentie
|