Skip to main content
Top

2009 | OriginalPaper | Hoofdstuk

9 Wetenschappelijk onderzoek

Auteurs : Prof. mr. dr. D. P. Engberts, Mr. L. E. Kalkman-Bogerd

Gepubliceerd in: Gezondheidsrecht

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De verontwaardiging en ontzetting over de experimenten die in de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s met gevangenen zijn uitgevoerd, zijn aanleiding geweest tot de strafrechtelijke vervolging van de verantwoordelijke artsen en onderzoekers voor het Tribunaal van Neurenberg (1947).
Voetnoten
1
Trials of War Criminals before the Nuremberg Military Tribunals under Control Council Law No. 10. Nuremberg, October 1946–April 1949. Washington, D.C.: U.S. G.P.O., 1949–1953. p. 11-14, te vinden op www.​ushmm.​org/​research/​doctors/ indiptx.htm; Ebbinghaus A, Dörner K (Hg). Vernichten und Heilen. Der Nürnberger Ärzteprozeß und seine Folgen. Berlin: Aufbau-Verlag; 2001.
 
2
De tekst van de Code van Neurenberg is o.a. te vinden in: Beaufort ID de, Dupuis HM (red). Handboek gezondheids-ethiek. Assen/Maastricht: Van Gorcum; 1988. p. 650-1.
 
3
Beecher HK. Ethics and clinical research. New Engl J Med. 1966:274:1354-60.
 
4
Nie J-B, Tsuchiya T, Li L. Japanese doctors’ experimentation, 1932-1945, and medical ethics. In: Baker RB, McCullough LB (eds). The Cambridge world history of medical ethics. Cambridge: Cambridge University Press; 2009. p. 589-94.
 
5
Hof Den Bosch 11 maart 1981; MC 1981;36:878-80.
 
6
Engberts DP. Het verhaal achter het schandaal. Medische proeven met verstandelijk gehandicapten in een Noord-Brabantse inrichting in de jaren zestig en zeventig. In: Wolff FA de (red). Geneeskunde en ethiek in harmonie. Liber Amicorum voor prof. dr. E.L. Noach bij diens 80ste verjaardag op 21 november 2001. Leiden: LUMC; 2001. p. 125-53.
 
8
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, 19 december 1966. Trb. 1969, 99 (Nederlandse ratificering op 11 december 1978. Trb. 1978, 177).
 
9
Convention on human rights and biomedicine, Oviedo 4 april 1997: conventions.coe.int/Treaty/EN/Treaties/ Html/164.htm en Additional protocol to the convention on human rights and biomedicine, concerning biomedical research, Straatsburg 25 januari 2005: conventions.coe.int/ Treaty/EN/Treaties/Html/195.htm
 
10
De Wet medischwetenschappelijk onderzoek met mensen wordt soms ook afgekort als WMWOM.
 
11
Kamerstukken II 1991/92, 22 588, nr. 3, p. 7 (MvT).
 
12
Art. 16 WMO.
 
13
Art. 2 WMO.
 
14
Art. 21 WMO.
 
15
Art. 1 lid 1 sub d WMO.
 
16
Art. 6 lid 2 WMO.
 
17
Art. 4 lid 1 WMO.
 
18
Art. 5 WMO.
 
19
Art. 4 lid 1 WMO
 
20
Engberts DP, Lammers GJ. Vragen staat vrij – maar soms ook niet. Over invasieve diagnostiek in het kader van medischwetenschappelijk onderzoek. In: Engberts DP, et al. (red). Dilemma’s getoetst. Liber Amicorum voor prof. dr. H.M. Dupuis en prof. dr. P. Vermeij ter gelegenheid van hun afscheid van de Commissie Medische Ethiek van het Leids Universitair Medisch Centrum. Leiden: UFB Universiteit Leiden; 2003. p. 59-71.
 
21
CCMO-notitie Therapeutisch vs. niet-therapeutisch onderzoek, 1 augustus 2001. p. 3; zie: www.​ccmo.​nl
 
22
Art. 4 WMO.
 
23
Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. Gedragscode bij verzet van minderjarigen die deelnemen aan medischwetenschappelijk onderzoek. Nieuwsbrief NVK, nr. 3, juni 2001. Zie ook: www.​ccmo.​nl Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen, Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie, Nederlandse Vereniging voor Sociale Geriatrie. Gedragscode verzet bij wilsonbekwame (psycho)geriatrische patiënten in het kader van de Wet medischwetenschappelijk Onderzoek met mensen (WMO). Tijdschr Gerontol Geriatr. 1999;30:247-8. Zie ook: www.​ccmo.​nl Nederlandse Vereniging van Artsen in de Zwakzinnigenzorg (NVAZ). Gedragscode verzet bij mensen met een verstandelijke handicap in het kader van de Wet medischwetenschappelijk Onderzoek met Mensen. TVAZ. 1999;17(3):13. Zie ook: www.​ccmo.​nl
 
24
Art. 1 Gedragscode Verzet bij minderjarigen; art. 5 Gedragscode Verzet bij (psycho)geriatrische patiënten; art. 5 Gedragscode Verzet bij mensen met een verstandelijke handicap.
 
25
Art. 6 lid 1 sub b WMO.
 
26
Art. 6 lid 1 sub c WMO.
 
27
Art. 6 lid 1 sub c WMO. Volgens de Memorie van Toelichting is het mogelijk dat meerdere personen de proefpersoon vertegenwoordigen. Om vervangende toestemming te kunnen geven moet er binnen die kring dan wel overeenstemming zijn. Dit is een verschil met het systeem van vervangende toestemming zoals beschreven in art. 465 WGBO; daar is de systematiek dat de hulpverlener zijn verplichtingen nakomt jegens één persoon die de wilonbekwame meerderjarige patiënt vertegenwoordigt.
 
28
Wijmen FCB van. De Wet medischwetenschappelijk onderzoek met mensen. TvGr. 1998; 22:68.
 
29
Besluit verplichte verzekering bij medischwetenschappelijk onderzoek met mensen; Stb. 2003, 266.
 
30
Art. 9 WMO.
 
31
ZonMw. Evaluatie Wet medischwetenschappelijk onderzoek met mensen. Den Haag; 2004. p. 55.
 
32
Richtlijn 2001/20/EG, PbEG, 1 mei 2001, L 121/34-44.
 
33
Art. 1 lid 1 sub n WMO.
 
34
Art. 1 lid 1 sub o WMO.
 
35
Art. 13i lid 4 WMO.
 
36
Regeling wetenschappelijk onderzoek met geneesmiddelen van 15 februari 2006, Stcrt. 2006, 40, p. 36.
 
37
CCMO. Richtlijn Externe Toetsing. Den Haag; maart 2004; zie: www.​ccmo.​nl
 
38
Art. 16 WMO.
 
39
Art. 24 WMO.
 
40
Art. 1 Besluit centrale beoordeling medischwetenschappelijk onderzoek met mensen.
 
41
Art. 3 Embryowet.
 
42
Art. 2 lid 2 sub b WMO.
 
43
Art. 23 WMO.
 
44
Art. 37 WMO.
 
45
ZonMw. Evaluatie Wet medischwetenschappelijk onderzoek met mensen. Den Haag; 2004. p. 7.
 
46
Bijvoorbeeld art. 9 (onafhankelijk arts) in paragraaf 4 en art. 12 (privacybescherming) in paragraaf 5.
 
47
ZonMw. Evaluatie Wet medischwetenschappelijk onderzoek met mensen. Den Haag; 2004. p. 230. Vries MC de, Leeuwen E van. Ethiek van medischwetenschappelijk onderzoek: informed consent en de therapeutische misconceptie. NTvG 2008;152:679-83.
 
48
Zie art. 6 WMO. Aanvankelijk konden alleen de wettelijk vertegenwoordiger, de schriftelijk gemachtigde of de echtgenoot of andere levensgezel vervangende toestemming geven.
 
49
Art. 2a WMO.
 
50
Santvoort HC van, Besselink MGH, Gooszen HG. Het verkrijgen van medisch-ethische goedkeuring voor een multicentrische gerandomiseerde trial: prospectieve evaluatie van een moeizaam proces. NTvG. 2008;152:2077-83.
 
51
Evers JLH. Onnodig traag verlopende medisch-ethische toestemming voor multicentrische klinische trials. NTvG. 2008;152:2062-4.
 
52
Waar hierna gesproken wordt over (lichaams)materiaal wordt bedoeld humaan lichaamsmateriaal.
 
53
Deze regeling is strikt genomen alleen van toepassing op lichaamsmateriaal dat afkomstig is uit de patiëntenzorg en niet op lichaamsmateriaal dat oorspronkelijk is afgestaan ten behoeve van een bepaald wetenschappelijk onderzoek en na voltooiing van dat onderzoek overblijft.
 
54
FMWV. Gedragscode Goed Gebruik. Rotterdam; 2002, preambule.
 
55
Hof Amsterdam 21 augustus 2008; TvGR 2008/47 m.nt. E Olsthoorn-Heim.
 
56
Zie ook paragraaf 9.​1.
 
57
Sluijters B, Biesaart MCIH. De geneeskundige behandelingsovereenkomst. 2e druk. Zwolle: WEJ Tjeenk Willink; 2005. p. 114.
 
58
Zie ook p. 202
 
59
FMWV. Gedragscode Gezondheidsonderzoek met gegevens. Rotterdam; 2004.
 
60
Het betreft hier hetzelfde systeem als beschreven in paragraaf 9.2 van dit hoofdstuk.
 
61
Kamerstukken II 1989/90, 21 561, nr. 3, p. 15 (MvT); Kamerstukken II 1990/91, nr. 6, p. 42-3 (MvA); Kamerstukken II 1991/92, nr. 11, p. 24 (NMvA).
 
62
Op 2 september 1980 traden de artikelen 1, 10, 13, 16, 17, 20, 25, 28 en 29 van de Wet op de Dierproeven in werking. Het duurde nog tot 1 januari 1986 tot alle artikelen in werking waren getreden.
 
63
Art. 2 lid 2 Wet op de Dierproeven.
 
64
Art. 2 resp. art. 11a Wet op de Dierproeven.
 
65
Wet van 12 september 1996 tot wijziging van de wet op de dierproeven, Stb. 1996, 500.
 
66
Art. 10a lid 1 sub a en lid 2 Wet op de Dierproeven. De vereisten waaraan een onderzoeksplan minimaal moet voldoen, worden opgesomd in art. 2a van het (gewijzigde) Dierproevenbesluit van 5 november 1996, Stb. 1996, 566.
 
67
De drie V’s staan voor Vervanging van dierproeven door andere methoden van onderzoek, Vermindering van het aantal dierproeven en Verfijning van de manier waarop dieren voor proeven worden gebruikt.
 
68
Art. 10a lid 1sub b Wet op de Dierproeven.
 
69
Art. 14 Wet op de Dierproeven. De taken en bevoegdheden van de proefdierdeskundige zijn uitgewerkt in het Dierproevenbesluit.
 
70
Art. art. 18a lid 1.
 
71
ZonMw. Evaluatie Wet op de dierproeven. Den Haag; 2005.
 
72
ZonMw. Evaluatie Wet op de dierproeven. Den Haag; 2005. p. 152 en 153.
 
73
ZonMw. Evaluatie Wet op de dierproeven. Den Haag; 2005. p. 145.
 
Literatuur
go back to reference Agt F van. Medisch-wetenschappelijk onderzoek met kwetsbare proefpersonen. Nijmegen; 2009. Agt F van. Medisch-wetenschappelijk onderzoek met kwetsbare proefpersonen. Nijmegen; 2009.
go back to reference Ebbinghaus A, Dörner K (Hg). Vernichten und heilen. Der Nürnberger Ärzteprozeß und seine Folgen. Berlin: Aufbau-Verlag; 2001. Ebbinghaus A, Dörner K (Hg). Vernichten und heilen. Der Nürnberger Ärzteprozeß und seine Folgen. Berlin: Aufbau-Verlag; 2001.
go back to reference Engberts DP. Aan woorden geen gebrek. Commentaar en beschouwing bij het ontstaan van de WMO als achtergrond bij de Gedragscode inzake wilsonbekwaamheid, verzet en medischwetenschappelijk onderzoek. Tijdschr Gerontol Geriatr. 2000;31:147–151.CrossRef Engberts DP. Aan woorden geen gebrek. Commentaar en beschouwing bij het ontstaan van de WMO als achtergrond bij de Gedragscode inzake wilsonbekwaamheid, verzet en medischwetenschappelijk onderzoek. Tijdschr Gerontol Geriatr. 2000;31:147–151.CrossRef
go back to reference Engberts DP, Reidsma YM, Wintzen AR (red). Dilemma’s getoetst. Liber Amicorum voor prof. dr. H.M. Dupuis en prof. dr. P. Vermeij ter gelegenheid van hun afscheid van de Commissie Medische Ethiek van het Leids Universitair Medisch Centrum. Leiden: UFB Universiteit Leiden; 2003. Engberts DP, Reidsma YM, Wintzen AR (red). Dilemma’s getoetst. Liber Amicorum voor prof. dr. H.M. Dupuis en prof. dr. P. Vermeij ter gelegenheid van hun afscheid van de Commissie Medische Ethiek van het Leids Universitair Medisch Centrum. Leiden: UFB Universiteit Leiden; 2003.
go back to reference FMWV. Gedragscode Goed Gebruik. Rotterdam; 2002. FMWV. Gedragscode Goed Gebruik. Rotterdam; 2002.
go back to reference FMWV. Gedragscode Gezondheidsonderzoek met gegevens. Rotterdam; 2004. FMWV. Gedragscode Gezondheidsonderzoek met gegevens. Rotterdam; 2004.
go back to reference Nederlandse Vereniging van Artsen in de Zwakzinnigenzorg (NVAZ). Gedragscode verzet bij mensen met een verstandelijke handicap in het kader van de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met Mensen. TVAZ. 1999;17(3):13-5. Zie ook: www.ccmo.nl Nederlandse Vereniging van Artsen in de Zwakzinnigenzorg (NVAZ). Gedragscode verzet bij mensen met een verstandelijke handicap in het kader van de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met Mensen. TVAZ. 1999;17(3):13-5. Zie ook: www.​ccmo.​nl
go back to reference Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen, Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie, Nederlandse Vereniging voor Sociale Geriatrie. Gedragscode verzet bij wilsonbekwame (psycho)geriatrische patiënten in het kader van de Wet Medisch-Wetenschappelijk Onderzoek met mensen (WMO). Tijdschr Gerontol Geriatr. 1999;30:247-8. Zie ook: www.ccmo.nl Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen, Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie, Nederlandse Vereniging voor Sociale Geriatrie. Gedragscode verzet bij wilsonbekwame (psycho)geriatrische patiënten in het kader van de Wet Medisch-Wetenschappelijk Onderzoek met mensen (WMO). Tijdschr Gerontol Geriatr. 1999;30:247-8. Zie ook: www.​ccmo.​nl
go back to reference Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. Gedragscode bij verzet van minderjarigen die deelnemen aan medisch-we-tenschappelijk onderzoek. Nieuwsbrief NVK, nr. 3, juni 2001. Zie ook: www.ccmo.nl Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. Gedragscode bij verzet van minderjarigen die deelnemen aan medisch-we-tenschappelijk onderzoek. Nieuwsbrief NVK, nr. 3, juni 2001. Zie ook: www.​ccmo.​nl
go back to reference Sluijters B, Biesaart MCIH. De geneeskundige behandelingsovereenkomst. 2e druk. Zwolle: WEJ Tjeenk Willink; 2005. Sluijters B, Biesaart MCIH. De geneeskundige behandelingsovereenkomst. 2e druk. Zwolle: WEJ Tjeenk Willink; 2005.
go back to reference Wijmen FCB van. De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. TvGr. 1998; 22:58–74. Wijmen FCB van. De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. TvGr. 1998; 22:58–74.
go back to reference ZonMw. Evaluatie Tijdelijk besluit verplichte verzekering bij medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. Den Haag; 2002. ZonMw. Evaluatie Tijdelijk besluit verplichte verzekering bij medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. Den Haag; 2002.
go back to reference ZonMw. Evaluatie Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. Den Haag; 2004. ZonMw. Evaluatie Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. Den Haag; 2004.
go back to reference ZonMw. Evaluatie Wet op de dierproeven. Den Haag; 2005. ZonMw. Evaluatie Wet op de dierproeven. Den Haag; 2005.
Metagegevens
Titel
9 Wetenschappelijk onderzoek
Auteurs
Prof. mr. dr. D. P. Engberts
Mr. L. E. Kalkman-Bogerd
Copyright
2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-7642-1_9