2007 | OriginalPaper | Hoofdstuk
Werkwijze, anamnese en lichamelijk onderzoek bij ouderen
Auteur : Prof.dr. P. G. A. M. Froeling
Gepubliceerd in: Het Geriatrie formularium.
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Extract
Voor artsen die te maken hebben met de zorg voor oudere, kwetsbare patiënten nemen de anamnese en het lichamelijk onderzoek een meer prominente plaats in bij het stellen van de diagnose(n), dan de meer instrumenteel, medisch-technisch georiënteerde diagnostiek. Ouderdom gaat gepaard met verminderde reserves, zowel van verschillende orgaansystemen als van homeostatische regelmechanismen. Aandoeningen presenteren zich vaak atypisch of onduidelijk en niet zelden uitsluitend als functiestoornissen of als toegenomen afhankelijkheid. De grens tussen wat beschouwd kan worden als fysiologie en wat als pathologie is niet altijd gemakkelijk te trekken. Daarom heeft de arts te maken met vragen als:-
Wat kan of moet worden behandeld, wat niet?
-
Tot hoever moet de diagnostiek worden uitgebreid? Een belastend onderzoek naar de etiologie van bepaalde aandoeningen is niet altijd wenselijk.
-
Wat zijn de verwachtingen van de patiënt? Wat is de echte hulpvraag? Vaak zal de oudere patiënt bij dilemma’s de kwaliteit van leven laten prevaleren boven maatregelen die beogen ten koste van een belastende behandeling levensverlenging te bewerkstelligen.
-
Hoe groot is de belastbaarheid van het zorgsysteem dat de oudere omgeeft? Hierbij gaat het vooral om de rol van de centrale verzorger (partner, kinderen etc.).