Skip to main content
Top

2023 | OriginalPaper | Hoofdstuk

7. Werking en regulatie van het cardiovasculaire systeem

Auteurs : Larry W. Kenney, Jack H. Wilmore, David L. Costill, Ramón Lindauer

Gepubliceerd in: Inspannings- en sportfysiologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Introductie

Rod Williams was een 17-jarige high school junior, en American-Footballspeler. Op 22 september 2015, raakte ­Williams plots onwel op het speelveld, waarbij zijn ademhaling en hartslag geheel wegvielen. Ondanks succesvolle reanimatie en snelle ziekenhuisopname, overleed hij twee weken later. Zoals bij veel andere overlijdensgevallen door plotse hartaanvallen bij jonge sporters, liet een autopsie zien dat Williams een bestaande hartafwijking had die daarvoor niet bekend was. Hartaanvallen zijn trouwens doodsoorzaak nummer 1 bij wedstrijdsporters op high schools, omdat de onderliggende anomalieën van het hart alleen opgewekt worden tijdens intensieve lichamelijke activiteit. De meest voorkomende vorm is de hypertrofische cardiomyopathie, een erfelijke aandoening van de hartspier, maar er zijn vele andere hartziekten, zoals het lange-QT-intervalsyndroom, een elektrische afwijking. De meeste jongeren met dit soort afwijkingen merken hier niets van. Helaas is de eerste manifestatie ervan dan een plotse hartaanval. Regelmatige intensieve screening lijkt een logische oplossing, maar dit type geavanceerde screening is duur, aangezien er elk jaar méér dan een miljoen high school football players wedstrijden spelen in de Verenigde Staten. Verder beperkt, vanwege de lage incidentie van deze afwijkingen in deze jonge en gezonde populatie, het optreden van vals-positieve (de test zegt dat er een aandoening is, maar die is er niet) en vals-negatieve (de test is negatief, maar er is in werkelijk wél een aandoening aanwezig) uitslagen de voorspellende waarde van dit soort testen. Hopelijk worden er nauwkeurigere en goedkopere screeningsmogelijkheden ontwikkeld.
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Woordenlijst
Pericardium (hartzakje)
Een dubbelwandige buitenlaag van het hart.
Myocard
Hartspier.
Atherosclerose
Een vorm van arteriosclerose waarbij de binnenlaag van de arteriën verandert en zich plaque ophoopt, wat leidt tot progressieve vernauwing van de arteriën.
Atrioventriculaire (AV-)knoop
Op de overgang van atrium naar ventrikel gelegen verzameling gespecialiseerde geleidende cellen in het hart.
Purkinje-vezels
De eindtakken van de AV-bundel. Geleiden impulsen zesmaal sneller door de ventrikels dan de rest van het geleidingssysteem van het hart.
Elektrocardiogram (ecg)
Een opname van de elektrische activiteit van het hart.
Bradycardie
Een rusthartfrequentie lager dan 60 slagen/min.
Tachycardie
Een rusthartfrequentie hoger dan 100 slagen/min.
Premature ventriculaire contracties (PVC)
Een veelvoorkomende aritmie van het hart met als gevolg een gevoel van het overslaan of dubbelslaan van het hart. Veroorzaakt door impulsen van buiten de SA-knoop.
Hartcyclus
De periode die alle gebeurtenissen omvat tussen twee achtereenvolgende hartslagen.
Slagvolume (SV)
De hoeveelheid bloed die het linkerventrikel uitpompt tijdens contractie. Het verschil tussen het einddiastolisch volume en het eindsystolisch volume.
Einddiastolisch volume (EDV)
Het bloedvolume in het linkerventrikel aan het eind van de diastole, net voor contractie.
Eindsystolisch volume (ESV)
Het bloedvolume in het linkerventrikel aan het eind van de systole, net na de contractie.
Ejectiefractie (EF)
Het deel van het volume bloed in het linkerventrikel dat wordt uitgepompt. Bepaald door het delen van het slagvolume door het einddiastolisch volume en weergegeven met een percentage.
Hartminuutvolume (HMV)
Het door het hart in één minuut uitgepompte volume bloed. HMV = hartfrequentie x slagvolume.
Arteriën
Bloedvaten die het bloed van het hart af transporteren.
Arteriolen
De kleinste arteriën die het bloed van de grotere arteriën naar de capillairen transporteren.
Capillairen
De kleinste vaten die het bloed van het hart naar de weefsels transporteren. In de capillairen vindt de uitwisseling tussen bloed en weefsels plaats.
Venulen
Kleine bloedvaten die het bloed van de capillairen naar de venen brengen.
Venen
De bloedvaten die het bloed terugbrengen naar het hart.
Systolische bloeddruk (SBP)
De hoogste arteriële druk, gevolg van de systole, de contractiefase van het hart.
Diastolische bloeddruk (DBP)
De laagste arteriële druk, aan het eind van de ventriculaire diastole (de rustfase).
Gemiddelde arteriële druk (GAD)
De gemiddelde bloeddruk in de arteriën. Als volgt te schatten: GAD = DBD + (0,333 × (SDB – DBD)).
Vasoconstrictie
Het vernauwen van bloedvaten.
Vasodilatatie
Het wijder worden van bloedvaten.
Hemoglobine
De moleculen in de rode bloedcellen die de zuurstof kunnen binden.
Functionele sympatholyse
Het proces waarbij vasoactieve moleculen afgegeven door actieve skeletspieren de sympatische vasoconstrictie remmen om de doorbloeding van de werkende spieren te verhogen
Hartruis
Een aandoening waarbij abnormale geluiden van de hartkleppen worden waargenomen met behulp van een stethoscoop.
Intercalaire schijven
Gespecialiseerde cel-overgangen in het myocard waar de ene hartspiercel verbonden is met de volgende.
Sinoatriale (SA-)knoop
Een groep gespecialiseerde myocardcellen die zijn gelegen in de wand van het rechteratrium. Ze verzorgen het tempo van de hartcontractie, de pacemaker van het hart.
Elektrocardiograaf
Het apparaat waarmee een elektrocardiogram wordt maakt.
Ventriculaire tachycardie
Een ernstige hartritmestoornis bestaande uit drie of meer opeenvolgende premature ventriculaire contracties. Zie ventriculaire fibrillatie.
Baroreceptor
Rek-receptor in het cardiovasculaire systeem die veranderingen in de bloeddruk waarneemt.
Chemoreceptor
Een sensorisch orgaan dat kan reageren op een chemische stimulus.
Mechanoreceptoren
Orgaantjes die reageren op veranderingen in mechanische belasting, zoals rek, compressie of uitzetting.
Hematocriet
Het percentage cellen en vaste stoffen in het bloed. De rode bloedcellen vormen meer dan 99% van de vaste stoffen in het bloed.
Spierpomp
De ritmische mechanische compressie van de venen die optreedt tijdens contracties van skeletspieren in vele vormen van beweging in inspanning (bijv., tijdens wandelen en hardlopen), het ondersteunt de terugkeer van het veneuze bloed naar het hart.
Hematopoëse
Verhoogde concentratie rode bloedcellen door toename van de productie van deze cellen.
Ventriculaire fibrillatie
Een ernstige hartritmestoornis waarbij de contractie van het ventriculaire weefsel ongecoördineerd verloopt, wat de pompfunctie van het hart verstoord. Zie ook ventriculaire tachycardie.
Extrinsieke neurale regulatie
Herverdeling van bloed in het lichaam door neurale mechanismen.
Literatuur
1.
go back to reference Billman, G.E. (2017). Counterpoint: Exercise training-induced bradycardia: The case for enhanced parasympathetic regulation. Journal of Applied Physiology, 123, 686-688. Billman, G.E. (2017). Counterpoint: Exercise training-induced bradycardia: The case for enhanced parasympathetic regulation. Journal of Applied Physiology, 123, 686-688.
2.
go back to reference Boyett, M.R., Wang, Y., Nakao, S., Ariyaratnam, J., Hart, G., Monfredi, O., & D’Souza, A. (2017). Point: Exercise training-induced bradycardia is caused by changes in intrinsic sinus node function. Journal of Applied Physiology, 123, 684-685. Boyett, M.R., Wang, Y., Nakao, S., Ariyaratnam, J., Hart, G., Monfredi, O., & D’Souza, A. (2017). Point: Exercise training-induced bradycardia is caused by changes in intrinsic sinus node function. Journal of Applied Physiology, 123, 684-685.
3.
go back to reference Casey, D.P., Curry, T.B., Wilkins, B.W., & Joyner, M.J. (2011). Nitric oxide-mediated vasodilation becomes independent of ß-adrenergic receptor activation with increased intensity of hypoxic exercise. Journal of Applied Physiology, 110, 687-694. Casey, D.P., Curry, T.B., Wilkins, B.W., & Joyner, M.J. (2011). Nitric oxide-mediated vasodilation becomes independent of ß-adrenergic receptor activation with increased intensity of hypoxic exercise. Journal of Applied Physiology, 110, 687-694.
4.
go back to reference Casey, D.P., & Joyner, M.J. (2011). Local control of skeletal muscle blood flow during exercise: Influence of available oxygen. Journal of Applied Physiology, 111, 1527-1538. Casey, D.P., & Joyner, M.J. (2011). Local control of skeletal muscle blood flow during exercise: Influence of available oxygen. Journal of Applied Physiology, 111, 1527-1538.
5.
go back to reference Casey, D.P., Mohamed, E.A., & Joyner, M.J. (2013). Role of nitric oxide and adenosine in the onset of vasodilation during dynamic forearm exercise. European Journal of Applied Physiology, 113, 295-303. Casey, D.P., Mohamed, E.A., & Joyner, M.J. (2013). Role of nitric oxide and adenosine in the onset of vasodilation during dynamic forearm exercise. European Journal of Applied Physiology, 113, 295-303.
6.
go back to reference Casey, D.P., Walker, B.G., Ranadive, S.M., Taylor, J.L., & Joyner, M.J. (2013). Contribution of nitric oxide in the contraction-induced rapid vasodilation in young and older adults. Journal of Applied Physiology, 115, 446-455. Casey, D.P., Walker, B.G., Ranadive, S.M., Taylor, J.L., & Joyner, M.J. (2013). Contribution of nitric oxide in the contraction-induced rapid vasodilation in young and older adults. Journal of Applied Physiology, 115, 446-455.
7.
go back to reference Dorfman, T.A., Rosen, B.D., Perhonen, M.A., Tillery, T., McColl, R., Peshock, R.M., & Levine, B.D. (2008). Diastolic suction is impaired by bed rest: MRI tagging studies of diastolic untwisting. Journal of Applied Physiology, 104, 1037-1044. Dorfman, T.A., Rosen, B.D., Perhonen, M.A., Tillery, T., McColl, R., Peshock, R.M., & Levine, B.D. (2008). Diastolic suction is impaired by bed rest: MRI tagging studies of diastolic untwisting. Journal of Applied Physiology, 104, 1037-1044.
8.
go back to reference Joyner, M.J., & Casey, D.P. (2014). Muscle blood flow, hypoxia and hypoperfusion. Journal of Applied Physiology, 116(7), 852-857. Joyner, M.J., & Casey, D.P. (2014). Muscle blood flow, hypoxia and hypoperfusion. Journal of Applied Physiology, 116(7), 852-857.
9.
go back to reference Notomi, Y., Martin-Miklovic, M.G., Oryszak, S.J., Shiota, T., Deserranno, D., Popovic, Z.B., Garcia, M.J., Green-berg, N.L., & Thomas, J.D. (2006). Enhanced ventricular untwisting during exercise: A mechanistic manifestation of elastic recoil described by Doppler tissue imaging. Circulation, 113, 2524-2533. Notomi, Y., Martin-Miklovic, M.G., Oryszak, S.J., Shiota, T., Deserranno, D., Popovic, Z.B., Garcia, M.J., Green-berg, N.L., & Thomas, J.D. (2006). Enhanced ventricular untwisting during exercise: A mechanistic manifestation of elastic recoil described by Doppler tissue imaging. Circulation, 113, 2524-2533.
10.
go back to reference Rowell, L.B., (1993). Human cardiovascular control. Oxford: Oxford University Press. Rowell, L.B., (1993). Human cardiovascular control. Oxford: Oxford University Press.
Metagegevens
Titel
Werking en regulatie van het cardiovasculaire systeem
Auteurs
Larry W. Kenney
Jack H. Wilmore
David L. Costill
Ramón Lindauer
Copyright
2023
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2921-2_7