Bij het werken met cliënten onderscheiden we verschillende vormen van hulp- en dienstverlening. In dit hoofdstuk gaan we nader in op de taken die hierover in het beroepsprofiel zijn genoemd (▶ bijlage 1). Je voert als mwd’er een groot aantal taken uit op het vlak van directe hulpverlening aan cliënten. Denk bijvoorbeeld aan veranderingsgerichte en competentiegerichte begeleiding. Hierbij leer je de cliënt zo veel mogelijk zelf te doen en zijn vaardigheden te vergroten. Ondersteunende en stabiliserende begeleiding geef je aan mensen bij wie structurele verandering niet (meer) mogelijk is. Bijvoorbeeld mensen die aan de rand van de samenleving leven, die alleen met veel hulp hun leven op orde kunnen houden.
Het werk van een mwd’er is, zoals je in hoofdstuk 4 hebt kunnen lezen, ook steeds meer outreachend van aard. Je wacht niet meer af tot een cliënt naar jou toe komt, maar gaat af op signalen uit zijn omgeving. Dit zie je bijvoorbeeld terug in de hulpverlening aan groepen ‘hangjongeren’ of mensen die overlast veroorzaken. Verder is het van belang om als mwd’er goed op de hoogte te zijn van wet- en regelgeving, zodat je ook de dienstverleningscomponent van MWD goed kunt uitvoeren. Denk hierbij aan het geven van informatie, het voeren van adviesgesprekken, maar ook schuldhulpverlening en budgetbegeleiding. Over deze en meer taken die horen bij werken met en namens cliënten lees je in dit hoofdstuk.