Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Vakblad Sociaal Werk 2/2020

01-04-2020 | Tuchtrecht

Wat kun je leren van tuchtrecht-uitspraken?

Weloverwogen afwijken

Auteur: Lennie Haarsma

Gepubliceerd in: Vakblad Sociaal Werk | Uitgave 2/2020

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
insite
ZOEKEN

Samenvatting

In deze rubriek zetten we uiteen wat sociaal werkers kunnen leren van uitspraken van het tuchtrecht. We bespreken uitspraken die sociaal agogen, maatschappelijk werkers en jeugd- en gezinsprofessionals betreffen. Voor sociaal agogen en maatschappelijk werkers gaat het om het Registerplein. Voor jeugd- en gezinsprofessionals geldt het SKJ. Doel van het tuchtrecht is dat je als geregistreerde beroepsbeoefenaar kan worden beoordeeld op je professionele handelen. Hiervan kun je als professional en als beroepsgroep leren. De uitspraken van tuchtcolleges worden anoniem gepubliceerd. In deze rubriek lichten we een aantal tuchtzaken toe.
Opmerkingen
Lennie Haarsma is opgeleid als maatschappelijk werker en jurist en werkt als coach, trainer en adviseur, zie www.​haarvanhaarsma.​nl
Als iemand een tuchtklacht indient bij SKJ, wordt die eerst bekeken in het ‘voorportaal’. In dit voorportaal beoordelen onder andere een beroepsgenoot van de professional waar de klacht over gaat, een bemiddelaar en twee juristen of de klacht voldoet aan de eisen van het tuchtreglement. Voldoet de klacht niet aan de eisen van het tuchtreglement? Dan krijgt de klager twee weken om dit alsnog in orde te maken. In het voorportaal worden, onder andere de volgende zaken onderzocht:
  • Gaat de klacht inderdaad over een bij SKJ geregistreerde professional?
  • Gaat de klacht over het individueel professioneel handelen van de professional?
  • Kan er bemiddeld worden tussen klager en professional?
Als de klacht aan deze eisen voldoet, wordt verweer opgevraagd bij de beklaagde professional. In veel gevallen volgt dan een hoorzitting voor het College van Toezicht van SKJ. Als een klacht op zitting komt, betekent dit nog niet dat de klacht ook gegrond is. Dat oordeel is aan het College van Toezicht en bij een eventueel beroep, aan het College van Beroep. Op de site van SKJ is een filmpje te zien over hoe het voorportaal werkt.
Bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen gaat het er niet om of dat handelen beter had gekund. Het gaat om beantwoording van de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. Hierbij wordt rekening gehouden met hetgeen ten tijde van het klachtwaardig handelen in de beroepsgroep als norm of standaard was aanvaard.
In deze bijdrage aan de rubriek twee interessante casussen; een over hoe de Meldcode ook in het tuchtrecht een rol speelt, en een over, onder andere, het niet verstrekken van het SKJ-registratienummer en de schending van privacy.
Een tuchtrechtzaak waar de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling aan de orde was en waarbij, gelet op de omstandigheden, door jeugd- en gezinscoach mocht worden afgeweken van de derde stap van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
Klaagster is moeder van een minderjarige zoon, die in 2011 is geboren. Een van haar klachten was onprofessioneel handelen van beklaagde door niet de meldcode na te leven. Zij stelt dat beklaagde nalatig is geweest met het navragen van feiten bij de afdeling Wmo, de politie, de klaagster zelf, haar moeder en haar zus. De werker heeft niet gehandeld conform de vijf stappen van de meldcode, want er is nooit met klaagster contact geweest over het doen van een zorgmelding en het versturen van een concept-gezinsplan aan derden. Beklaagde voert aan dat ze weloverwogen is afgeweken van stap 3 van de meldcode. Ze veronderstelde dat het bespreken van haar voornemen om een zorgmelding bij Veilig Thuis te doen met klaagster de spanning bij klaagster zou vergroten.
Het College stelt dat het volgen van de meldcode verplicht is voor professionals die werkzaam zijn in de jeugdhulp. De meldcode schrijft vijf stappen voor om te bepalen of een melding bij Veilig Thuis moet worden gedaan. De wijkagent heeft na zijn huisbezoek aan de collega’s van beklaagde aangegeven dat klaagster tijdens het huisbezoek schreeuwde en met deuren sloeg in aanwezigheid van de zoon, dat de zoon huilde, en klaagster haar zoon niet troostte. Het College is van mening dat beklaagde mocht vertrouwen op de juistheid van het verslag over het verloop van het huisbezoek door de wijkagent, omdat ook hij een ambtenaar in functie is. Het college acht het begrijpelijk dat door beklaagde een melding werd gedaan bij Veilig Thuis. Het College acht het eveneens begrijpelijk dat er werd gevreesd voor de veiligheid van de zoon als het voornemen van de melding met klaagster zou worden besproken. De beslissing om op dit punt af te wijken van de meldcode is na afstemming met de gedragswetenschapper genomen. Beklaagde is hiermee gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. Het feit dat naar aanleiding van het onderzoek van Veilig Thuis uiteindelijk geen zorgen bij klaagster zijn gezien, zoals door klaagster is aangevoerd, doet niet af aan de gehoudenheid van beklaagde om mogelijke signalen van kindermishandeling serieus te nemen.
Dit klachtonderdeel is ongegrond en de hele klacht is te lezen op de site van SKJ onder zaaknummer 18.058Tb.
Een tuchtrechtzaak waar klager klacht tegen jeugdbeschermer indient over het niet verstrekken van het SKJ-registratienummer, misbruik van macht, schending van de privacy en discriminatie. Belangrijk hoe beklaagde transparant was in zijn communicatie met klager.
Klager, vader van een minderjarige zoon, verwijt beklaagde dat hij heeft geweigerd zijn SKJ-registratienummer aan klager door te geven. Klager verwijt beklaagde dat hij zijn macht heeft misbruikt nu hij beslissingen heeft genomen zonder als jeugdbeschermer te zijn aangewezen. Klager is verder van mening dat hij niet gelijk aan moeder is behandeld. In zijn verweer geeft beklaagde aan dat hij het nummer niet bij de hand had en met klager hierover in een volgend gesprek wil spreken. Het College overweegt dat uit het dossier en de mondelinge toelichting niet is gebleken dat het verzoek om het registratienummer te verstrekken door klager is genegeerd. Beklaagde heeft toegelicht dat hij het aan klager heeft willen geven, dat hij het niet bij zich had en dat hij het op een later moment zou verstrekken. Dit klachtonderdeel is ongegrond.
Over misbruik van macht geeft klager aan dat beklaagde aanwezig is bij een netwerkberaad zonder als jeugdbeschermer te zijn aangewezen. Beklaagde geeft aan dat de vaste jeugdbeschermer op vakantie was en hij als plaatsvervanger in de zaak is opgetreden en dit vooraf aan klager kenbaar heeft gemaakt. Het College stelt dat beklaagde namens de GI beslissingen heeft mogen nemen die betrekking hebben op de uitvoering van de OTS. Het besluit om het netwerkberaad door te laten gaan, valt hier ook onder. Ook dit klachtonderdeel is ongegrond.
Klager verwijt beklaagde dat de privacy van zijn zoon is geschonden. Beklaagde heeft besloten om informatie over de zoon te bespreken in aanwezigheid van de psycholoog van moeder zonder toestemming van klager. Het College stelt dat beklaagde terecht een beroep op artikel 15 van het privacyreglement van Jeugdzorg Nederland heeft gedaan zodat, gelet op de leeftijd van de zoon, geen toestemming van klager nodig is om informatie over de zoon te delen. Ook dit klachtonderdeel is ongegrond.
Klager verwijt beklaagde dat hij discrimineert omdat hij moeder heeft toegelaten bij het netwerkgesprek terwijl hij werd buitengesloten. Beklaagde stelt dat klager en moeder zijn uitgenodigd, maar dat klager zelf heeft gezegd niet bij het gesprek aanwezig te willen zijn. Het college stelt dat, hoewel het beter was geweest als beklaagde andere mogelijkheden had overwogen door bijvoorbeeld klager en moeder in een afzonderlijk gesprek te informeren, hij heeft gehandeld in het belang van de zoon. Hij heeft later ook nog een gesprek met klager gevoerd. Hierdoor is hij met zijn handelen gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. Het klachtonderdeel is ongegrond.
Alle klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard. Je kunt de uitspraak nalezen op de SKJ site onder zaaknummer 18.125 T.
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Onze productaanbevelingen

Vakblad Sociaal Werk (voorheen Maatwerk)

Het vakblad behandelt alle facetten van het sociaal werk. Het signaleert, analyseert, rapporteert en informeert. En presenteert leerzame ervaringen uit de diverse werkvelden waarin maatschappelijk werkers, jeugdzorgwerkers en sociaal agogen zich bevinden.

BSL - Basisacademy Social Work

Metagegevens
Titel
Wat kun je leren van tuchtrecht-uitspraken?
Weloverwogen afwijken
Auteur
Lennie Haarsma
Publicatiedatum
01-04-2020
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Vakblad Sociaal Werk / Uitgave 2/2020
Print ISSN: 2468-7456
Elektronisch ISSN: 2468-7464
DOI
https://doi.org/10.1007/s12459-020-0286-3

Andere artikelen Uitgave 2/2020

Vakblad Sociaal Werk 2/2020 Naar de uitgave

Nieuws

Nieuws