Skip to main content
Top

2006 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Welke vaatletsels als gevolg van een ongeval moeten worden gehecht?

Auteur : V.J.M. Leferink

Gepubliceerd in: Vademecum permanente nascholing huisartsen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Er wordt onderscheid gemaakt tussen scherpe en stompe vaatletsels. Beide zijn relatief zeldzaam. De meeste vaatletsels zijn een gevolg van stompe verwondingen die of tot afsluiting, of tot een inwendige bloeding leiden. Berucht zijn bijvoorbeeld humerusfracturen bij kinderen en knieluxaties. Bij een volledige doorsnijding of afscheuring van een arterie treedt in het algemeen retractie en contractie op, gevolgd door thrombusvorming en tensiedaling, waardoor de bloeding stopt. Zowel bij stompe verscheuring van bloedvaten als bij scherpe doorsnijding is het in het algemeen niet mogelijk een end-to-end anastomose te maken, aangezien de elasticiteit van de vaatwand teveel spanning op de naad veroorzaakt. Bij stompe verscheuring moet vaak nog een deel van de beschadigde arteriewand worden weggeknipt. In beide gevallen herstelt een interponaat van de vena saphena magna de continuïteit.
Literatuur
go back to reference Zehle A. Periphere und abdominale Arterienverletzungen. In: Gefaesschirurgie hrsg. Heberer von, Dongen von. Berlin: Springer Verlag, 1987: 241-64. Zehle A. Periphere und abdominale Arterienverletzungen. In: Gefaesschirurgie hrsg. Heberer von, Dongen von. Berlin: Springer Verlag, 1987: 241-64.
go back to reference Markgraf E, Boehm B, Bartel M, et al. Traumatische periphere Gefaessverletzungen. Unfallchirurg 1998; 101: 508-19. Markgraf E, Boehm B, Bartel M, et al. Traumatische periphere Gefaessverletzungen. Unfallchirurg 1998; 101: 508-19.
Metagegevens
Titel
Welke vaatletsels als gevolg van een ongeval moeten worden gehecht?
Auteur
V.J.M. Leferink
Copyright
2006
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8808-0_358