2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk
2. Welke factoren bepalen gezondheid?
Auteur : Barbara Sassen
Gepubliceerd in: Gezondheidsbevordering door verpleegkundigen
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
Endogene gezondheidsdeterminanten zijn factoren in de mens die invloed hebben op gezondheid en op het ontstaan van gezondheidsproblemen. Endogene gezondheidsdeterminanten zijn aangeboren (genetische) factoren of verworven factoren. Voorbeelden van verworven factoren zijn hypertensie, een te hoog cholesterolgehalte, glucose-intolerantie, psychische ongezondheid en veroudering.
-
Exogene gezondheidsdeterminanten zijn factoren uit de fysieke en de maatschappelijke omgeving die invloed hebben op de gezondheid en op het ontstaan van gezondheidsproblemen. De fysieke omgeving kan de gezondheid beïnvloeden door chemische, fysische of biotische factoren. De maatschappelijke omgeving kan de gezondheid beïnvloeden door factoren vanuit de arbeid, school en gezin, en ook vanuit de sociaaleconomische status.
-
De gezondheidsdeterminant leefstijl en gezondheidsgedrag geeft de invloed weer die het gedrag van mensen heeft op de gezondheid en op het (na verloop van tijd) ontstaan van gezondheidsproblemen. Voorbeelden van factoren zijn voeding, alcohol- en drugsgebruik, roken, lichamelijke inactiviteit en seksueel gedrag.
-
De gezondheidsdeterminant medische zorg en preventie geeft de invloed weer van de gezondheidszorg en aangeboden preventie op de gezondheid van mensen. Het is het geheel van behandeling, zorgaanbod en preventie binnen de gezondheidszorg. Deze gezondheidsdeterminant heeft vaak een positief effect op gezondheid en gezondheidsproblemen van zorgvragers. Maar het effect kan ook negatief zijn en gezondheidsschade veroorzaken.
-
De gezondheidsdeterminanten komen samen in het Health-model. Met dit model analyseer je aan de hand van gezondheidsdeterminanten de gezondheidsproblemen van zorgvragers. Binnen de beroepsuitoefening van verpleegkundigen is het analyseren van gezondheidsproblemen belangrijk. Zo kun je (het ontstaan van) gezondheidsproblemen beter begrijpen. Maar ook kun je je zorgverlening beter afstemmen op het gezondheidsprobleem en op de zorgvrager. En je krijgt beter zicht op de mogelijkheden voor preventie.