Verpleeghuisbewoners houden na opname in het verpleeghuis vaak een beperkt sociaal netwerk over. Dat komt niet alleen door praktische factoren voor bezoekers zoals lange reistijd of een gebrek aan tijd maar ook door het fenomeen ‘verpleeghuisvrees.’
Verpleeghuisbewoners houden na opname in het verpleeghuis vaak een beperkt sociaal netwerk over. Dat komt niet alleen door praktische factoren voor bezoekers zoals lange reistijd of een gebrek aan tijd maar ook door het fenomeen ‘verpleeghuisvrees.’
Dat schrijven Theo Royers en Kitty Oerbekke in het laatste nummer van Denkbeeld, een tijdschrift voor psychogeriatrie. Familie, mantelzorgers en ander bezoek kan zich onprettig voelen in een verpleeghuisomgeving, waardoor het sociale netwerk van de bewoner kleiner wordt. Vooral de confrontatie met ziekte, afhankelijkheid en aftakeling is voor sommige bezoekers te veel.
De auteurs noemen vijf factoren die leiden tot verpleeghuisvrees. Het ongemakkelijk voelen doordat de herkenning weg is bij de bewoner, de angst er over zoveel jaar ook zo bij te zitten, de angst voor besmetting, de deprimerende omgeving en het onvoorspelbare gedrag zijn de belangrijkste redenen.
Als zorgverlener kun je hier iets aan doen, volgens de experts. ‘De eerste stap is om mensen over de drempel heen te helpen door begrip te tonen voor hun angst en onzekerheid’, schrijven de auteurs. Daarnaast is een ‘uitnodigende cultuur’ belangrijk, waarin erkend wordt dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn is. En als verpleeghuis moet je uitdragen dat dementerenden recht hebben op liefde en aandacht van hun dierbaren.
Theo Royers werkt bij Vilans, het kenniscentrum voor langdurige zorg in Utrecht. Kitty Oerbekke studeerde Public Health ans Society aan Wageningen University en werkt bij Infozorg.
Klik hier voor het hele artikel.
Auteur(s): Marion Verstraeten