Samenvatting
Behoudtaal en weerstand lijken soms op elkaar, maar zijn toch zeer verschillend. Bezwaren tegen veranderen horen bij ambivalentie. Ze hangen samen met het veranderdoel. Weerstand is tegendruk die de cliënt biedt als een ander ongewenste druk op hem uitoefent. Die druk kan afkomstig zijn van het rechtssysteem, gezondheidszorgsysteem of een ander systeem – door doelen of beperkingen die hieruit voortkomen. De cliënt ervaart deze als tegengestelde belangen of een gebrek aan overeenstemming. Als de cliënt tegendruk biedt, heeft dat altijd gevolgen voor de relatie tussen cliënt en professional. Het ontstaan en/of de mate van weerstand in deze situaties is echter ook afhankelijk van hoe de professional ermee omgaat. Wat begint als verzet van de cliënt tegen de druk van de organisatie of tegen regels, kan door de manier waarop de professional ermee omgaat veranderen in weerstand tegen diens bemoeienis. Ook zonder ongewenste doelen of beperkingen van een externe omgeving kan in de werkrelatie tussen de cliënt en de professional wrijving ontstaan. Er ontstaan spanningen in het contact en een verstoring in de relatie. Weerstand – binnen motiverende gespreksvoering (MG) vaak ‘wrijving’ genoemd – staat verandering in de weg. Als professional is het dus je doel om waar mogelijk wrijving te voorkomen of in elk geval zoveel mogelijk te verminderen.