Samenvatting
Als weefsel gesteeld wordt verplaatst, dan is sprake van weefseltranspositie. Dit doet men als door een vrij huidtransplantaat de kans op verschrompeling van het weefsel groot is of om een defect te bedekken waar de vascularisatie slecht is, zoals op bot, pezen of een open gewricht. Er zijn verschillende varianten, zoals de randomlappen, waarbij de bloedvoorziening plaatsvindt via de subdermale plexus of vaten. Voorbeelden zijn de advancement lap (V-Y-plastiek of Y-V-plastiek), de rotatielap en de transpositielap (Z-plastiek of Romboïd- of Limberg-lap). Bij axiale lappen lopen een arterie en een vene in de lap. Voorbeelden hiervan zijn fasciocutane lappen (gesteelde lieslap of gekruiste beenlap) en myocutane lappen (pectoralis majorlap, latissimus dorsi-lap, rectus abdominislap, tensor fascia lata-lap of gastrocnemiuslap). Om een benig defect te vullen, kan een gerevasculariseerd osteomyocutaan fibulatransplantaat worden geoogst en met osteosynthese worden vastgezet.