Samenvatting
IgA-nefropathie (IgAN) werd voor het eerst beschreven in 1968 door Berger en Hinglais met het aantonen van de kenmerkende mesangiale IgA-deposities in nierbiopten van patiënten met hematurie. Deze nierziekte, lang bekend gestaan als de ziekte van Berger, is de meest frequent voorkomende primaire glomerulonefritis. Het percentage hiervan hangt sterk af van bevolkingskenmerken, screening en biopsiebeleid, maar varieert grofweg van 5-10% in de Verenigde Staten, 20-35% in Europa tot 25-45% in Azië. Naast een toegenomen IgA-productie spelen moleculaire veranderingen, verminderde klaring en toegenomen glomerulaire binding van IgAantistoffen een rol in de pathogenese. IgAN komt meestal geïsoleerd voor, maar kan onderdeel zijn van Henoch-Schönlein vasculitis of secundair voorkomen bij reumatoïde artritis, spondylitis ankylopoetica, coeliakie en chronische vooral alcohol-geïnduceerde leverziekten. Zelden clustert de ziekte in families zonder evident overervingpatroon.