Samenvatting
Nadat de diagnose ‘zwangerschapsdiabetes’ is gesteld, start de patiënt met een dieet met beperking van oligosacchariden. De voeding zal relatief koolhydraatrijk zijn, met veelvuldige, over de dag verspreide maaltijden om de sterkere neiging tot ketose, die bij zwangeren bestaat, tegen te gaan. Adipeuze vrouwen met zwangerschapsdiabetes krijgen een dieet met een hoeveelheid calorieën gelijk aan het aantal calorieën dat ze voor de zwangerschap gebruikten. Een calorie-arm dieet kan hyperketonemie, door de relatieve insulineresistentie, veroorzaken. De glucosehuishouding wordt minstens iedere 1-2 weken tot de partus gecontroleerd door de nuchtere en 2 uurs postprandiale glucoseconcentratie door middel van glucosezelfcontrole te meten. Het doel is de nuchtere glucoseconcentratie onder de 6 mmol/l te houden en de bloedsuiker na de maaltijd onder de 7 mmol/l. Strakke controle vermindert de kans op macrosomie.