01-09-2002 | Opmerkelijk
Vragen rond gehechtheid in de kinderbescherming
Gepubliceerd in: Kind en adolescent | Uitgave 3/2002
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
‘Kinderen zijn te kwetsbaar om er ongereflecteerde remedies op los te laten, en kinderen maken hun jeugd maar één keer mee; dat is te zelden om er niet de best mogelijke en best gefundeerde maatregelen op toe te passen’, stellen De Groot, Punselie en Bruning in hun bijdrage die zal verschijnen in een bundel (Schuengel, Slot, & Bullens, 2002) naar aanleiding van een symposium dat op 21 mei 2002 plaatsvond onder de titel ‘Gehechtheid en kinderbescherming’. Zij doelen daarbij specifiek op het funderen van maatregelen op kennis over gehechtheid. Op dat symposium deden kinderrechter Jaap de Groot, vanuit het familie- en jeugdrecht, en Ruud Bullens, vanuit de forensische kinder- en jeugdpsychologie en pedagogiek, een klemmend beroep op de wetenschap om meer kennis te genereren over de gehechtheidsaspecten van uithuisplaatsing. Uithuisplaatsing is één van de meest ingrijpende en wellicht meest dramatische interventies die wij plegen in het leven van kinderen. Nemen we onze besluiten wel op voldoende gefundeerde gronden? Richten in sommige gevallen onze ingrepen in gehechtheidsrelaties, ongewild en onbewust, niet meer schade aan dan de schade die we door deze ingrepen trachten af te wenden? Weten we voldoende over de processen die wij met onze ingrepen trachten te sturen?