Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

5. Vorming en expressie van antigeenreceptoren op T- en B-lymfocyten

Auteurs : J. J. M. van Dongen, A. W. Langerak, F. G. M. Kroese

Gepubliceerd in: Leerboek immunologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Elke B- en T-lymfocyt heeft zijn eigen specifieke antigeenreceptor. Met deze antigeenreceptoren, het immuunglobuline en de T-celreceptor, zijn lymfocyten in staat vrijwel elk antigeen te herkennen. Deze enorme diversiteit ontstaat door herschikking van een relatief beperkt aantal typen genen tijdens de vorming van de lymfocyten. Lymfocyten vinden hun oorsprong in het beenmerg, waar ze vanuit pluripotente hematopoëtische stamcellen continu gevormd worden. Herschikkingen van immuunglobulinegenen vindt plaats tijdens de vorming van B-lymfocyten in het beenmerg. Voorloper-T-lymfocyten migreren naar de thymus waar tijdens de vorming van T-lymfocyten de T-celreceptorgenen worden herschikt. Tijdens dit proces worden alleen die T-lymfocyten geselecteerd om te overleven die eigen MHC-moleculen kunnen herkennen (positieve selectie). Voor zowel de T-lymfocyten als de B-lymfocyten geldt dat cellen die met ‘zelf’-antigenen kunnen binden (autoantigenen) niet mogen uitrijpen tot rijpe lymfocyten (negatieve selectie). Ook in de periferie wordt voorkomen dat eenmaal uitgerijpte autoreactieve lymfocyten geactiveerd worden door autoantigenen: perifere tolerantie.
Metagegevens
Titel
Vorming en expressie van antigeenreceptoren op T- en B-lymfocyten
Auteurs
J. J. M. van Dongen
A. W. Langerak
F. G. M. Kroese
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0258-1_5