Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Urologie 6-7/2022

Open Access 14-09-2022 | Editorial

Voorwoord bij het themanummer ‘Urologie door een medisch-seksuologische bril’

Auteur: Woet L. Gianotten

Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Urologie | Uitgave 6-7/2022

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
insite
ZOEKEN

Introductie

Dit themanummer ontwikkelde zich ‘onder seksuologische redactie’. Seksuologie is een nieuw vak. In 1967, tijdens mijn medische opleiding in Utrecht kreeg ik één uur onderwijs over anticonceptie en seksualiteit. Dat college werd pas in het allerlaatste coassistentschap gegeven door hoogleraar gynaecologie Plate zelf. De eerste orale anticonceptiepil was net beschikbaar en van hem leerden we dat je die mocht voorschrijven bij grote gezinnen. Hij zei letterlijk: ‘bij twaalf kinderen of meer’! Over seksualiteit werd verder niet gesproken.
Zeven jaar later kwam ik in opleiding bij de nieuwe hoogleraar gynaecologie Haspels. Die was inmiddels gestart met poliklinieken anticonceptie en seksuologie. Die seksuologie fascineerde mij dermate dat ik uit de gynaecologieopleiding stapte en koos voor de seksuologie. Als ‘echte dokter’ met ruime medische en chirurgische ervaring als tropenarts werd dat dus vooral de medische seksuologie, het terrein waar seksualiteit beïnvloed wordt door chronische ziekten, kanker en lichamelijke beperking. Zo belandde ik in de universitair medische centra (UMC’s) van Utrecht en Rotterdam en in de revalidatie. Intussen ontwikkelde zich, vooral vanuit de urologie, ook een andere lijn: de sexual medicine, een snel groeiend specialisme dat bij de introductie van de erectieprothese en de intracaverneuze injecties, en opnieuw bij de introductie van de PDE5-remmers in een stroomversnelling terechtkwam.
Wat kan de urologie leren van die expertise van medische seksuologie en sexual medicine? En van de ontwikkelingen binnen die vakken, gebieden die nog echt ‘werk in uitvoering’ zijn?
In de seksuologie verschoof een belangrijk deel van de focus van seksuele disfuncties naar seksuele gezondheid, met steeds bredere acceptatie van diversiteit, toenemende aandacht voor seksueel plezier en voor de gezondheidsvoordelen van seksualiteit, en met groeiend besef van de noodzaak om te werken aan ‘sexual rights and sexual justice’. Die ontwikkelingen veroorzaken botsingen tussen de verschillende belangen en vormen dus nieuwe uitdagingen. Mensen leven langer, maar met steeds meer seksuele blikschade door behandelingen en veroudering. Als seksualiteit vanuit de medische kant aandacht krijgt, wordt doorgaans vooral gewerkt aan behoud of herstel van functie. Zoals met erectieprothesen, hormonen of erectiepillen.
Sterk focussen op die falende functie leidt ertoe dat een deel van de patiënten het plezier in seks verliest. Anderzijds loopt de psychoseksuele aandacht het risico de behoefte aan functie (bijvoorbeeld goede erectie) te onderwaarderen. Daaruit zijn twee belangrijke lessen te trekken, namelijk: 1) bekijk een verstoring vanuit het biopsychosociale model en 2) houd oog voor de grote verschillen tussen mensen (oftewel: laat het eigen referentiekader niet teveel meespelen).
Nadenkend over welke thema’s mij zo na aan het hart liggen dat ze extra aandacht verdienen in dit speciale nummer van het Tijdschrift voor Urologie kwamen de volgende vier onderwerpen bovendrijven:
  • MSM (mannen die seks hebben met mannen) en urologie;
  • bekkenfysiotherapie bij de man;
  • onderwijs rond seksualiteit binnen de urologische kliniek;
  • prostaatkanker vanuit de optiek van de seksuoloog.
Hier volgt de argumentatie van waaruit de artikelen tot stand kwamen.

MSM en urologie

Jarenlang behandelde ik als heteroman en seksuoloog ook homomannen en homoparen. Mijn bagage bestond uit een pakketje veronderstellingen over homorelaties en homoseks met nauwelijks enige toetsing of onderbouwing. Zelf vroeg ik niet naar details, vanuit een combinatie van onkunde, ongemak en de vage veronderstelling dat die details misschien wel te gênant zouden zijn om over te praten. Mijn homoseksuele patiënten of cliënten van hun kant, kwamen er ook niet mee. Van beide kanten gemiste kansen om als hulpverlener en docent wijzer te worden. Met grote regelmaat heb ik dus de boot gemist.
Toen ik steeds meer betrokken raakte in de oncoseksuologie begonnen er kwartjes te vallen. Receptieve anale seks, prostaatorgasme, het belang van het ejaculaat als spelfactor, open relaties en climacturie bij orale seks werden relevante elementen, die dus ook dienden te worden ingebouwd in het onderwijs. Het was dit voortschrijdend inzicht dat leidde tot het artikel van Ingrid Koëter en collega’s in deze uitgave over MSM (mannen die seks hebben met mannen) en urologie [1].
Of die aandacht nodig is? Jazeker. In ieder geval vanuit het perspectief van goede persoonsgerichte zorg. Of het nodig is in termen van frequentie of prevalentie? Bij onderwijs hoor ik soms nog: ‘Dat komt bij ons niet voor!’. Dat klopt dus niet. De MSM-groep vormt ongeveer 5% van de mannen waar de uroloog mee te maken krijgt. Dat is een even grote kans als de kans om een patiënt met een penis- of testiscarcinoom te zien (0,9 respectievelijk 4,0%). Die patiënten worden toch ook niet verwaarloosd?

Bekkenfysiotherapie

Als docent in de opleiding bekkenfysiotherapie verbaasde het mij om daar helemaal nooit mannelijke studenten aan te treffen. Zoals bijna overal op de wereld hebben ook in Nederland de vrouwelijke fysiotherapeuten de bekkenfysiotherapie geannexeerd. Dat gebeurde doorgaans in combinatie met women’s health. Vanuit de relatie met zwangerschap en de gevolgen van de partus was die ontwikkeling niet onlogisch en dat heeft duidelijke voordelen gehad. Daardoor is in de laatste decennia veel bekend geworden over de functie en disfunctie van het vrouwelijke bekken, de zorg verbeterde, nieuwe onderzoekslijnen werden uitgezet en sommige studenten excelleerden richting promotie en een wetenschappelijke carrière.
Deze ontwikkeling hield echter ook nadelen in. De opleiding tot bekkenfysiotherapeut is voor de mannelijke fysiotherapeut zo overweldigend vrouwelijk dat geen enkele man die stap zet. Het gevolg is dat de bekkenfysiotherapie bij mannelijke patiënten zowel ernstig tekortschiet wat betreft de kennis over, als wat betreft de zorg voor de mannelijke bekkenbodem. Zorg die bijvoorbeeld nodig is bij radicale prostatectomie, bij de behandeling van blaaskanker, anale en colorectale kanker, bij prostaathypertrofie, bij chronische urinewegklachten en bij chronische prostatitis. In toenemende mate lijkt die aandacht ook relevant te worden bij prevalidatie. Er zijn aanwijzingen dat een betere bekkenbodemfunctie (en controle daarover) vooraf aan radicale prostatectomie zowel voordelen heeft richting continentie als richting erectie.
Met voldoende mannen in opleiding kan zich een groep mannelijke bekkenfysiotherapeuten ontwikkelen met de broodnodige expertise. Hopelijk creëert dat ook ruimte voor meer wetenschappelijke benadering van de mannelijke bekkenbodem. In het kader van die bezorgdheid staat in deze uitgave dus ook een artikel vanuit de fysiotherapie rond het mannelijke bekken geschreven met Carel van der Heide [2].

Onderwijs

Onderzoek onder allerlei groepen patiënten laat steeds weer zien dat zij graag willen dat de medische professional het gesprek over seksualiteit en intimiteit begint. Doorgaans gebeurt dat echter niet, waarbij de professional vaak gebrek aan scholing als een belangrijke factor aangeeft. Terwijl in de laatste decennia van de vorige eeuw het medisch curriculum doorgaans een ruime hoeveelheid seksuologie omvatte, is dat onderwijs erover in diverse UMC’s verdwenen. In de urologische opleidingsklinieken is de investering in de seksuologische scholing en training van de aios en anios deels afhankelijk van het urologische kerncurriculum en deels afhankelijk van individuele motivatie van de opleiders en opleidelingen en daarmee niet heel vanzelfsprekend.
Daarom omvat dit speciale nummer ook een artikel over verschillende aspecten van het seksuologieonderwijs, geschreven door Cobi Reisman [3], onder meer over de noodzaak om in de curricula van de urologische professionals meer kennis en vaardigheden op het gebied van seksuologie en sexual medicine in te bouwen. Het artikel biedt daarnaast extra informatie aan die professionals uit de urologie kliniek die zich meer willen bekwamen in de verschillende aspecten van dit vakgebied. Afgesloten wordt met een fantasie over de ideale situatie in een urologische kliniek waar het thema seksualiteit daadwerkelijk in de zorg is geïntegreerd.

Prostaatkanker vanuit een seksuologische visie

De behandeling van prostaatkanker gaat gepaard met veel seksuele problemen. In dit artikel beschrijf ik als gastredacteur van dit themanummer de visie van de seksuoloog bij de diverse stadia in het traject van prostaatkanker [4]. Met enerzijds extra aandacht voor de verschillen tussen mannen, en anderzijds aandacht die nodig is voor de partner van de man met prostaatkanker, beginnend met de fase tussen de diagnose en de behandeling. Daarin moet aandacht zijn voor de lovemap (het pakket aan seksuele wensen en fantasieën) van patiënt en partner en hoe die informatie eventueel mee zou kunnen spelen bij de behandelkeuze. In de visie van de seksuoloog past ook ruime aandacht voor seksuele prevalidatie, ofwel het optimaliseren van seksualiteit voorafgaand aan de behandeling, veronderstellend dat betere seksualiteit vóór de behandeling leidt tot minder diepe terugval erna. Is het een utopie om te veronderstellen dat tijdelijk of blijvend verlies van seksuele functie gecompenseerd kan worden door seksueel spel, speelsheid en plezier? Of is het een benadering die van zijn mythe ontdaan kan worden? ‘There can be much arousal at the edge of our comfort zone!’
Naschrift van de redactie van het Tijdschrift voor Urologie
Sinds 2008 is dit het zeventiende themanummer. Aanvankelijk eenmaal per jaar, de laatste jaren worden de urologen verwend met tweemaal een extra dik exemplaar van ons tijdschrift. Tijdens de redactievergaderingen ontstaat vaak een indringende discussie over welk volgend onderwerp een themanummer rechtvaardigt. Gezien ons prachtige vak zoveel aanpalende gebieden heeft, is de keuze reuze. We kwamen deze keer uit bij seksuologie.
Vele urologische therapieën en chirurgische ingrepen hebben invloed op het seksueel functioneren. Urologen die direct of indirect te maken hebben met prostaatkankerpatiënten zien dit bewaarheid in de dagelijkse praktijk. Toch zijn begrippen als ‘lovemap’ en ‘seksuele prevalidatie’ voor hen geen dagelijkse kost. Als redactie begeven we ons met dit themanummer in deze kennislacune. Nog iets waarvan we ons vaak niet bewust zijn: minstens 5% van onze mannelijke patiënten behoort tot de MSM-groep; patiënten die de gevolgen van urologische behandelingen en ingrepen heel anders ervaren dan heteromannen. Kortom, genoeg redenen om deze problematiek door de medisch-seksuologische bril te bezien. We vonden Woet Gianotten bereid om hierin het voortouw te nemen.
Een nestor in de medische seksuologie mag Gianotten zeker genoemd worden. Op de respectabele leeftijd van 80 jaar werkt hij nog altijd als een 40-jarige. Dit themanummer kwam onder zijn bezielende leiding tot stand. Grote waardering voor hem en zijn medeauteurs.
Over de auteur
Woet Gianotten werkte 5,5 jaar als tropenarts en besloot na 2,5 jaar opleiding in de chirurgie en gynaecologie te switchen naar de seksuologie. In dat vakgebied schoof hij in toenemende mate richting de complexere seksuele consequenties van chronische ziekten, kanker, lichamelijke beperking en veroudering. Hij heeft 40 jaar ervaring als docent in de seksuologie, oncoseksuologie, revalidatieseksuologie en gerontoseksuologie.
Hij heeft vele publicaties op zijn naam staan en was hoofdredacteur van Seksualiteit bij ziekte en lichamelijke beperking (Koninklijke van Gorcum, 2008). Met Cobi Reisman redigeerde hij Cancer, intimacy and sexuality; a practical approach (Springer Nature, 2017). Hij is mederedacteur van Midwifery and Sexuality, dat wordt geschreven door 35 auteurs uit 14 landen en dat begin 2023 zal verschijnen (https://​orcid.​org/​0000-0001-6052-4058).
Tycho M.T.W. Lock namens de redactie van het Tijdschrift voor Urologie
Open Access This article is distributed under the terms of the Creative Commons Attribution 4.0 International License (http://​creativecommons.​org/​licenses/​by/​4.​0/​), which permits unrestricted use, distribution, and reproduction in any medium, provided you give appropriate credit to the original author(s) and the source, provide a link to the Creative Commons license, and indicate if changes were made.
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Onze productaanbevelingen

Tijdschrift voor Urologie

Het Tijdschrift voor Urologie is het enige peer-reviewed Nederlandstalige tijdschrift in het vakgebied. Het verschijnt 8 keer per jaar en bevat naast wetenschappelijke artikelen ook case-reports en de abstracts van de voor- en najaarsvergaderingen van de NVU.

Metagegevens
Titel
Voorwoord bij het themanummer ‘Urologie door een medisch-seksuologische bril’
Auteur
Woet L. Gianotten
Publicatiedatum
14-09-2022
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Tijdschrift voor Urologie / Uitgave 6-7/2022
Print ISSN: 2211-3037
Elektronisch ISSN: 2211-4718
DOI
https://doi.org/10.1007/s13629-022-00368-9

Andere artikelen Uitgave 6-7/2022

Tijdschrift voor Urologie 6-7/2022 Naar de uitgave