Abstract
Een slechte voedingstoestand, oftewel ondervoeding, is een voedingstoestand waarbij een combinatie van onvoldoende voedselinname en ontsteking heeft geleid tot een afname van de vet- en spiermassa in combinatie met een afname van de spierfunctie, cognitieve functie en/of immuunfunctie (Soeters et al., 2008). Bij ziektegerelateerde ondervoeding worden lichaamseiwitten afgebroken (katabolie). Katabolie resulteert onder andere in afname van de skeletspiermassa. Glutamine, een eiwit dat is opgeslagen in de skeletspieren, is betrokken bij de afweer. Tijdens een katabole toestand ontstaat een tekort aan glutamine, waardoor de immuunfunctie vermindert. Complicaties, zoals vertraagde wondgenezing en mucositis, duren hierdoor langer en verlopen heftiger (Van Bokhorst-de van der Schueren et al., 1997). Ook is de opnameduur van ondervoede patiënten langer dan van niet-ondervoede patiënten (Kyle et al., 2005; Pichard et al., 2004) en is de kwaliteit van leven van de ondervoede patiënt vaak slechter (Jager-Wittenaar et al., 2010).