Gepubliceerd in:
2015 | OriginalPaper | Hoofdstuk
14. Voedings- en eetstoornissen
Samenvatting
Bij jonge kinderen treden voedingsstoornissen op die men zelden ziet bij volwassenen. Daartoe behoren pica, ruminatiestoornis en vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis. Tot de eetstoornissen behoort anorexia nervosa met twee vormen: het restrictieve type (dat ‘vast’) en het eetbuien-/purgerende type (dat ‘vreet-braakt-purgeert’’). Dit laatste type is soms lastig af te bakenen van boulimia nervosa of vraatzucht. Daarnaast wordt de eetbuistoornis onderscheiden, die tot overgewicht kan leiden.
De verschillende verklaringen worden gecombineerd in een biopsychosociaal model. Gedragstherapie leert anorexiapatiënten stapsgewijs met een stijgend gewicht om te gaan. Bij boulimia nervosa en eetbuistoornis moeten patiënten leren zelf controle over hun eetgedrag te houden. Cognitieve therapie probeert de irrationele opvattingen over voeding, gewicht en uiterlijk te corrigeren. Bij gezins- en psychotherapie staan de interpersoonlijke problemen centraal. In de praktijk worden verschillende therapieën gecombineerd om zowel de eet- en gewichtsproblemen als het zelfbeeld en het sociaal functioneren aan te pakken. Ondanks behandeling bestaat bij ongeveer een derde van de patiënten het risico dat de eetstoornis chronisch wordt (of herhaaldelijk terugval vertoont).