Skip to main content
Top

2017 | OriginalPaper | Hoofdstuk

17. Voeding en religie

Auteur : Ellen Klaasse-Derks

Gepubliceerd in: Voedingsleer

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In veel godsdiensten heeft voeding een symbolische betekenis. Zo symboliseren brood en wijn in het christendom het lichaam van Christus en is carnaval een katholiek feest dat voorafgaat aan de vastenperiode. Ook moslims houden een jaarlijkse vastenperiode: de ramadan eindigend met het Suikerfeest. De islam kent veel voedingsregels. Zo eten moslims geen varkensvlees en moet het overige vlees afkomstig zijn van ritueelgeslachte dieren. Voor joden moet het voedsel koosjer zijn, dat is het Hebreeuwse woord voor ‘geschikt’. Ze eten geen dieren die niet herkauwen, zoals varkens, paarden en konijnen. Ook zijn 21 vogelsoorten verboden (allemaal roofvogels). Melk- en vleesproducten moeten afzonderlijk worden bewaard en gebruikt. Veel hindoes eten helemaal geen vlees. Zij geloven in reïncarnatie en een dier zou dus de ziel van een overleden familielid kunnen hebben. Voor de hindoe is de koe een heilig wezen en daarom zijn rund- en kalfsvlees sowieso verboden.
Metagegevens
Titel
Voeding en religie
Auteur
Ellen Klaasse-Derks
Copyright
2017
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1794-3_17