Skip to main content
Top

2017 | OriginalPaper | Hoofdstuk

11. Voeding bij nierinsufficiëntie

Auteur : Ellen Klaasse-Derks

Gepubliceerd in: Voedingsleer

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Bij nierinsufficiëntie kan een vocht-, eiwit-, kalium-, fosfaat- en natriumbeperkt dieet worden voorgeschreven. Bij een strenge vochtbeperking mag de patiënt slechts 500 ml boven zijn diurese (urineproductie) gebruiken. Het dieet voor een nierpatiënt is onder andere afhankelijk van de behandeling. Bij hemodialyse moet de hoeveelheid eiwitten in de voeding verhoogd worden en mag de patiënt per dag 800 ml vocht boven de diurese gebruiken. Natrium- en kaliumbeperking en fosfaatbinders blijven gehandhaafd en er wordt vitaminesuppletie geadviseerd. Bij peritoneaaldialyse kan de patiënt soms wat aankomen doordat de glucose uit de spoelvloeistof in het lichaam wordt opgenomen. Hij kan ook afvallen omdat de vloeistof voortdurend een vol gevoel geeft. Doordat er veelvuldig gespoeld wordt, is een natrium-, kalium- en vochtbeperking meestal niet nodig. Voor eiwitten, fosfaatbinders en vitamines en mineralen geldt hetzelfde advies als bij hemodialyse. Na een niertransplantatie wordt de uitscheidingsfunctie van het lichaam hersteld en kunnen de diëten meestal worden afgebouwd.
Metagegevens
Titel
Voeding bij nierinsufficiëntie
Auteur
Ellen Klaasse-Derks
Copyright
2017
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1794-3_11