Gepubliceerd in:
2017 | OriginalPaper | Hoofdstuk
11. Voeding bij nierinsufficiëntie
Samenvatting
Bij nierinsufficiëntie kan een vocht-, eiwit-, kalium-, fosfaat- en natriumbeperkt dieet worden voorgeschreven. Bij een strenge vochtbeperking mag de patiënt slechts 500 ml boven zijn diurese (urineproductie) gebruiken. Het dieet voor een nierpatiënt is onder andere afhankelijk van de behandeling. Bij hemodialyse moet de hoeveelheid eiwitten in de voeding verhoogd worden en mag de patiënt per dag 800 ml vocht boven de diurese gebruiken. Natrium- en kaliumbeperking en fosfaatbinders blijven gehandhaafd en er wordt vitaminesuppletie geadviseerd. Bij peritoneaaldialyse kan de patiënt soms wat aankomen doordat de glucose uit de spoelvloeistof in het lichaam wordt opgenomen. Hij kan ook afvallen omdat de vloeistof voortdurend een vol gevoel geeft. Doordat er veelvuldig gespoeld wordt, is een natrium-, kalium- en vochtbeperking meestal niet nodig. Voor eiwitten, fosfaatbinders en vitamines en mineralen geldt hetzelfde advies als bij hemodialyse. Na een niertransplantatie wordt de uitscheidingsfunctie van het lichaam hersteld en kunnen de diëten meestal worden afgebouwd.