Samenvatting
De slechtziende of blinde patiënt vraagt een eigen benadering, die enige kennis van de revalidatiemogelijkheden en wettelijke regelingen vergt. Dit hoofdstuk bespreekt de definities van slechtziendheid en blindheid en de epidemiologie van visuele handicaps in Nederland. Vooral ouderen worden getroffen door visusbedreigende aandoeningen, met name in verzorgings- en verpleeghuizen is de prevalentie hoog. Daarna krijgt de revalidatie bij visuele problemen ruime aandacht, met de rol die zorgverleners, instellingen en patiëntenorganisaties daarbij kunnen spelen. Beknopt worden de indicatiestelling, de soms bijkomende depressieve verschijnselen, meervoudige beperkingen en autorijden bij slechtziendheid behandeld. Tot slot komen optische en elektronische hulpmiddelen aan de orde, die sterk in ontwikkeling zijn, en hulpmiddelen die dagelijkse activiteiten kunnen vergemakkelijken, zoals de blindenstok.