28-06-2019 | Onderzoek
Verwijzen naar de gynaecoloog
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 8/2019
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Inleiding Veel vrouwen komen bij hun huisarts met gynaecologische problemen en ruim een op de tien wordt verwezen naar de gynaecoloog. Richtlijnen voor de verwijzing worden gegeven in de NHG-Standaarden en in de NHG-Richtlijn Informatie-uitwisseling tussen huisarts en specialist (HASP). Wij onderzochten in hoeverre huisartsen deze richtlijnen ook naleven.
Methode Dit observationele crosssectionele onderzoek werd uitgevoerd op de polikliniek Algemene gynaecologie van het MUMC+ in Maastricht. De gynaecologen van deze polikliniek beoordeelden het verwijsbericht van de huisarts aan de hand van een vragenlijst, en vervolgens beoordeelden twee huisartsen dezelfde verwijsberichten aan de hand van de NHG-Standaarden en de HASP.
Resultaten In meer dan 85% van de verwijsberichten stond een duidelijke vraagstelling en achtergrondinformatie. Slechts 52% van de verwijsberichten bevatte echter een volledige anamnese; cyclusanamnese, soa- en seksuele anamnese ontbraken vaak. Ruim driekwart van de verwijzingen was conform de relevante NHG-Standaarden.
Conclusie Over het algemeen zijn de verwijzingen van huisartsen naar de gynaecoloog in orde. Verbeterpunten zijn de volledigheid van de anamnese en de uitkomsten van het lichamelijk onderzoek en de overzichtelijkheid van de meegestuurde achtergrondinformatie. Verwijzing naar een gynaecoloog is niet altijd nodig: huisartsen kunnen voor het plaatsen van een IUD ook verwijzen naar een collega of naar een kaderhuisarts urogynaecologie.