Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: TvV Tijdschrift voor Verzorgenden 11-12/2019

01-11-2019 | Artikel

Verschillende vormen van dementie

Auteur: Betty van Wijngaarden

Gepubliceerd in: TvV Tijdschrift voor Verzorgenden | Uitgave 11-12/2019

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Extract

Deze poster is gebaseerd op de dementieposter uit Nursing 2016
 
Ziekte van Alzheimer
Vasculaire dementie
Lewy-Body dementie
Fronto-temporale dementie (FTD)
Hoe vaak het voorkomt bij mensen met dementie
- 70 procent
- Meest voorkomende vorm van dementie.2
- 16 procent.2 Komt op latere leeftijd vaak voor in combinatie met Alzheimer.
- Onduidelijk (vanwege overeenkomsten met Alzheimer en Parkinson in het begin vaak verkeerde diagnose).2
- Vermoedelijk 3-12 procent
- komt vaak op relatief jonge leeftijd voor (40-60 jaar).2
Klinische oorzaak
Afwijkingen in de witte stof van de hersenen: eiwitten die communicatie tussen zenuwcellen belemmeren. Daardoor aantasting van denken en geheugen.
Vaak het gevolg van een storing in de bloedvoorziening in de hersenen, zoals bij een CVA.
Afwijkingen (voornamelijk) in de hersenschors.
Afsterven van hersencellen in de frontaalkwab (gedragsgebied) en de temporaalkwab (taalgebied).
Begin
Sluipend begin. In een vroeg stadium vaak stoornissen van kortetermijngeheugen. Iemand vertelt bijvoorbeeld hetzelfde verhaal opnieuw in korte tijd. Vergeet dat hij zojuist nog bezoek had, onthoudt namen steeds moeilijker. Er is vaak weinig ziekte-inzicht.
Traagheid in denken, spreken en handelen. De geheugenstoornis is anders dan bij Alzheimer: de cliënt kan moeilijk info ophalen uit het geheugen. Met hulp lukt dat vaak wel. Vaak is het ziekte-inzicht bij vasculaire dementie beter dan bij Alzheimer.
Begint vaak met aandachtsproblemen, of visuele hallucinaties. Stijfheid en traagheid (Parkinsonachtige verschijnselen).
In het begin vooral gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen: cliënten gaan zich ongepast gedragen. Ook stoornissen in de uitvoerende functies (vooral in spraak en taal).
Verloop
Langzaam progressieve ontwikkeling van cognitieve functiestoornissen. Hierdoor ontstaat vaak gripverlies en moeite met inschatten en overzien van situaties. Vanwege het geleidelijke verloop zijn veel cliënten zich in het begin nog wel bewust van de aftakeling. Communicatievermogen neemt af.
Schoksgewijs verloop: cliënten kunnen enkele uren of dagen redelijk functioneren en dan weer enkele uren of dagen veel slechter. Afsluitingen van de bloedtoevoer doen zich acuut voor, waardoor een groter of kleiner deel van de hersenen kan uitvallen. Bij iedere bloedtoevoerafsluiting gaan de hersenen weer wat achteruit. Deze achteruitgang betreft ook steeds weer andere functies.
Snel verloop: binnen een jaar kan de cliënt sterk achteruitgaan, cognitieve vermogens van de cliënt kunnen per dag verschillen, periodes van redelijk functioneren worden afgewisseld door periodes van sterke verwardheid
Meestal staan bij FTD veranderingen in gedrag, persoonlijkheid en spraak op de voorgrond. Geheugenproblemen die andere vormen van dementie kenmerken, treden bij fronto-temporale dementie meestal pas later op.2
Geheugen
In het begin is vooral aantasting van kortetermijngeheugen; later ook het langetermijngeheugen.
Geheugen is wisselend, per dag of zelfs per dagdeel, stapsgewijze achteruitgang.
Geheugenstoornissen hoeven in het begin niet aanwezig te zijn, maar verschijnen meestal bij ernstiger worden van de ziekte.
Pas in een gevorderd stadium geheugenstoornissen.
Oriëntatie
Vaak vroeg gestoord in tijd, plaats en persoon. Oriëntatie in tijd is vaak als eerste aangetast.
Desoriëntatie staat niet op de voorgrond.
Desoriëntatie staat niet op de voorgrond.
Lang intact.
Hallucinaties en wanen
In beginstadium kunnen achterdocht en wanen voorkomen, in een later stadium soms ook visuele hallucinaties.
Kunnen voorkomen.
Visuele hallucinaties en waandenkbeelden vaak al in een vroege fase aanwezig. Soms ook achterdocht.
Kunnen voorkomen.
Executieve functies (plannen, vooruitdenken, functies voor ADL, koffiezetten et cetera).
Stoornissen in deze functies zijn geleidelijk meer aanwezig, de cliënt heeft bijvoorbeeld steeds meer moeite met aankleden.
Afname van deze functies staat in het begin vaak meer op de voorgrond dan de geheugenproblemen. De concentratie vermindert, er zijn stoornissen in de uitvoerende taken bij planning, initiatief nemen, en doelgericht handelen. De cliënt blijft 'hangen', bijvoorbeeld bij het zichzelf aankleden.
Uitvoeren van handelingen blijft vaak lang intact. Wel verlies van initiatief.
Problemen met uitvoeren van ingewikkelde handelingen, zoals fietsen.
Gedrag en stemming
Veranderingen in karakter mogelijk. Mogelijk toename van achterdocht, onrust, agressie, apathie, stemmingswisselingen.
Gedragsverandering kan zich uiten in apathie, somberheid, emotioneel uit balans zijn.
Somberheid en angst kunnen voorkomen, mogelijk veel moeheid.
Obsessief-dwangmatig gedrag is een opvallend symptoom in de eerste fase van de ziekte. Cliënten gaan bepaalde uitdrukkingen of handelingen (tikken, kloppen en dergelijke) standaard gebruiken.3 Decorumverlies, zoals peukjes uit de asbak pakken, eten van het bord van een medebewoner. Ook kan apathie en desinteresse voorkomen. Cliënten kunnen ook op seksueel vlak ontremd reageren.
Persoonlijkheid en identiteit
Geleidelijk steeds meer verlies van identiteit.
Lang intact.
Lang intact.
De cliënt wordt al in een vroeg stadium iemand anders: de persoonlijkheid verandert volledig.
Uiterlijk
In een vergevorderd stadium vaak een 'lege', starende en soms angstige blik.1
Vaak traag in bewegen.
Bewegen gaat niet soepel, mimiek is star/strak.
Cliënten zien er vaak onverzorgd uit.1
Communicatie
Taalstoornissen soms eerder merkbaar dan geheugenproblemen.3 Bijvoorbeeld moeite met voorwerpen benoemen en woorden vinden.
Spraak vertraagt.
Communicatie kan moeilijker worden door stoornissen in aandacht en concentratie.
Na verloop van tijd raakt de taalvaardigheid aangetast. Uiteindelijk neemt spontane spraak meestal helemaal af.
Verdere bijzonderheden
Eenvoudige handelingen gaan steeds moeilijker: telefoneren, betalen, et cetera.
Opvallend kenmerk bij Alzheimer: 'plukken'- weghalen van denkbeeldige pluisjes van bijvoorbeeld kleding en bed.1
Vaak hoge bloeddruk, slapte in de ledematen of uitval van motorische functies.1 Vaak afwijkingen in het eetpatroon: heel veel en dan weer heel weinig eten.
Vaak sprake van stijfheid en snel vallen.1
 
Metagegevens
Titel
Verschillende vormen van dementie
Auteur
Betty van Wijngaarden
Publicatiedatum
01-11-2019
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
TvV Tijdschrift voor Verzorgenden / Uitgave 11-12/2019
Print ISSN: 0921-5832
Elektronisch ISSN: 2468-1350
DOI
https://doi.org/10.1007/s41183-019-0062-4

Andere artikelen Uitgave 11-12/2019

TvV Tijdschrift voor Verzorgenden 11-12/2019 Naar de uitgave

Even bellen met…

EVEN BELLEN MET

Column Redactieraad

Surprise