Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

13. Verplegen en sociale ongelijkheid

Auteurs : Jan Stapel, Rob Keukens

Gepubliceerd in: Sociologie voor gezondheidszorg en verpleegkunde

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Sociale ongelijkheid heeft te maken met een ongelijke verdeling van posities. Deze verdeling kan op allerlei criteria gebaseerd zijn: opleiding, inkomen, beroep etc. Sociale klasse, etniciteit en geslacht zijn drie belangrijke criteria aan de hand waarvan sociale ongelijkheid kan worden geanalyseerd. Als het gaat om sociale klasse blijkt dat in het hoger onderwijs kinderen uit de hogere sociale milieus zijn oververtegenwoordigd. Ook op het terrein van de gezondheid zijn de gevolgen groot. In de lagere sociale klassen is de levensverwachting beduidend lager en komen allerlei ziekten veel vaker voor. Deze verschillen bestaan ook tussen allochtonen en autochtonen. Als het gaat om geslacht blijkt dat vrouwen een geweldige inhaalslag hebben gemaakt in het onderwijs. De levensverwachting van vrouwen is hoger dan die van mannen. Verpleegkundigen krijgen te maken met zorgvragers uit alle lagen van de bevolking. Voor een goede zorgverlening is kennis van de achterliggende mechanismen van sociale ongelijkheid van groot belang.
Metagegevens
Titel
Verplegen en sociale ongelijkheid
Auteurs
Jan Stapel
Rob Keukens
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1005-0_13