Samenvatting
In de eerste paragrafen worden het verpleegkundig onderzoek en de diagnosestelling belicht. De rol van de verpleegkundige in het kader van het stellen van de diagnose bij de patiënt bestaat uit het observeren van vitale functies, het observeren van het gastro-intestinale systeem, het interpreteren van de verschillende parameters, het registreren van de gegevens en het ondersteunen en begeleiden van de patiënt bij de verschillende onderzoeken. Naast een stringente controle van de vitale functies, zoals de ademhaling en de circulatie, is een uitgebreide controle van het gastro-intestinale stelsel noodzakelijk. De volgende gegevens zijn van bijzonder belang voor de anamnese: de eetgewoonten en het gewichtsbeloop, eventueel oraal en/of anaal bloedverlies, de pijnklachten en de locatie van de pijn. Ook zal de specifieke verpleegkundige zorg worden beschreven voor patiënten met aandoeningen van de slokdarm, de maag, het duodenum, de dunne of de dikke darm, de pancreas en de lever. Daarnaast staan we stil bij de vochtbalans, de voedingstoestand en kunstmatige (enterale of parenterale) voeding, selectieve darmdecontaminatie (SDD) en acute intoxicaties.