Abstract
Het biguanidederivaat metformine is volgens de huidige richtlijnen eerste keus therapie bij de behandeling van diabetes mellitus type 2. Het vermindert de kenmerkende insulineresistentie op het niveau van de lever, waardoor de glucoseproductie in de lever afneemt. Metformine wordt over het algemeen goed verdragen. Bij ongeveer 20% van de patiënten treden, vooral in de beginfase en bij hogere doseringen, gastro-intestinale klachten op. Een beruchte bijwerking is de lactaatacidose die gelukkig zelden voorkomt (1 tot 8 per 100.000 patiëntjaren), maar wel letaal kan verlopen. Indien men rekening houdt met risicofactoren voor het ontwikkelen van een lactaatacidose, zoals een verminderde nierfunctie, is dit probleem te voorkomen. Vitamine B12-deficiëntie is een minder goed bekende bijwerking die reeds in de jaren zeventig werd beschreven (1). Deze bijwerking lijkt verklaarbaar door een direct remmend effect van metformine op de vitamine B12-absorptie. In de volgende paragrafen zal dit effect nader worden uitgewerkt.