Samenvatting
In dit hoofdstuk worden de diagnostiek en behandeling van de hypoactief-seksueelverlangenstoornis bij de man besproken. Van deze stoornis is sprake bij een aanhoudend of recidiverend gebrek aan (of ontbreken van) seksuele of erotische gedachten, fantasieën en verlangen naar seksuele activiteit. De stoornis komt voor bij naar schatting twee procent van de mannen in de algemene bevolking en vaker bij oudere mannen. In dit hoofdstuk wordt de hypoactief-seksueelverlangenstoornis bij de man vanuit het biopsychosociale perspectief benaderd. Er zijn biologische – waaronder hormonale –, psychologische en relationele oorzaken aangetoond die de stoornis kunnen veroorzaken en onderhouden. De diagnostiek bij de hypoactief-seksueelverlangenstoornis bij de man wordt afgestemd op het klachtenpatroon en omvat ook lichamelijke diagnostiek bij gegeneraliseerd verminderd seksueel verlangen. Alle vastgestelde factoren worden in het behandelplan betrokken en voor alle factoren worden interventies ingezet. Interventies omvatten onder meer psycho-educatie, sekstherapie, individuele cognitieve gedragstherapie, partnerrelatietherapie en testosterontherapie.