Samenvatting
De grote lijn van de diagnostiek bij de klacht ‘vergeetachtigheid’ en andere klachten rond cognitie of gedrag bestaat uit: (1) vaststellen of er sprake is van dementie en nagaan welk type; (2) onderzoeken of er sprake is van andere oorzaken voor vergeetachtigheid zoals psychiatrische of somatische aandoeningen; (3) onderzoeken of er aanwijzingen zijn voor bijzondere vormen van dementie; (4) het vaststellen van de zorgbehoefte bij patiënt en mantelzorger, onder andere aan de hand van eenvoudige cognitieve functietests, zoals de MMSE en kloktekentest of MoCA. Lichamelijk onderzoek dient om mogelijke somatische oorzaken op te sporen. Neurologisch onderzoek kan focale uitval onthullen als gevolg van een doorgemaakt CVA of een hersentumor, of bewegingsstoornissen als symptomen van een bijzondere vorm van dementie (Lewy-body-dementie, Parkinson). Laboratoriumonderzoek kan worden uitgevoerd op indicatie als er aanwijzingen zijn voor een somatische oorzaak van de vergeetachtigheid of om relevante comorbiditeit op te sporen. Om de diagnose dementie te stellen is beeldvormend of ander aanvullend onderzoek lang niet altijd noodzakelijk.