Allocation concealment
Manier van verdeling van de patiënten over de interventiegroep of de controlegroep, waarbij deze verdeling zo georganiseerd is dat niemand er invloed op uit kan oefenen. De verdeling wordt volledig door toeval bepaald
Betrouwbaarheidsinterval
Het betrouwbaarheidsinterval (BI, confidence interval, CI) geeft de nauwkeurigheid weer van de berekende puntschatting van de effectmaat. Het is gebruikelijk dat het 95 %-betrouwbaarheidsinterval rond de puntschatting berekend wordt. Het 95 %-betrouwbaarheidsinterval geeft weer dat als het onderzoek valide is uitgevoerd, er 95 % kans is dat het werkelijke effect binnen dit betrouwbaarheidsinterval ligt. Een betrouwbaarheidsinterval is nodig omdat onderzoeksresultaten gebaseerd zijn op een steekproef en niet op de volledige populatie. Het betrouwbaarheidsinterval geeft aan dat er 95 % kans is dat het effect in de volledige populatie binnen het interval ligt
Bias (in wetenschappelijk onderzoek in de gezondheidszorg)
In wetenschappelijk onderzoek in de gezondheidszorg omvat bias alle factoren en processen die ertoe bijdragen dat de resultaten of conclusies van een studie systematisch afwijken van de werkelijkheid en dus vertekend zijn (vergelijk: Jadad [
60, pag. 28].
Bias (in het redeneren)
In het redeneren zijn biases ‘voorspelbare afwijkingen van rationeel denken’ (Croskerry et al. [
17, ii60]). Het zijn slordigheden in het denken en denkfouten, waardoor de redenering niet meer zuiver is, maar vertekend. Daardoor is de redenering in meer of mindere mate onjuist
Blindering
Maatregel om ervoor te zorgen dat een of meer groepen die bij een onderzoek betrokken zijn (patiënten, zorgverleners, behandelaars, effectbeoordelaars) niet weten of patiënten in de experimentele groep of in de controlegroep zijn ingedeeld
Cohortonderzoek
Onderzoek waarbij de te volgen groepen (cohorten) ingedeeld zijn naar de aanwezigheid van, of blootstelling aan, een determinant. De cohorten worden gedurende de observatieperiode gevolgd en vergeleken om na te gaan of verschillen in determinant-status tot verschillende uitkomsten leiden
Geloofwaardigheid
Term uit kwalitatief onderzoek. De geloofwaardigheid van een kwalitatief onderzoek is de mate waarin geloofd kan worden dat de beschrijvingen en verklaringen in dat onderzoek geldig zijn voor de personen en situaties die in dat onderzoek onderzocht zijn. Een geloofwaardig onderzoek geeft de onderzochte werkelijkheid correct weer, en heeft dus ‘werkelijkheidswaarde’. En met werkelijkheidswaarde wordt de mate aangegeven waarin de beschrijvingen en verklaringen vrij van bias zijn
Gouden standaard
Bij diagnostisch onderzoek wordt een te onderzoeken diagnostische test vergeleken met de test die op dat moment de beste is, omdat er de minste fouten mee worden gemaakt. Een fout betekent dat een test ten onrechte aangeeft dat een persoon de diagnose heeft of juist niet heeft (zie ‘fout-positief’ en ‘fout-negatief’). De test die momenteel de minste fouten maakt, wordt ‘gouden standaard’ genoemd. Omdat er in veel gevallen geen gouden standaard beschikbaar is, wordt de best presterende test gezocht, die dan ‘referentietest’ genoemd wordt
Indextest
Bij wetenschappelijk diagnostisch onderzoek wordt een nieuw ontworpen diagnostische test getoetst. Deze nieuwe diagnostische test wordt de indextest genoemd. De toetsing vindt plaats door de prestaties van de indextest (de hoeveelheid fouten die ermee worden gemaakt bij het vaststellen van de diagnose) te vergelijken met de prestaties van een andere test. Die andere test wordt de referentietest of ‘gouden standaard’ genoemd
Informatiebias (bij een RCT, cohort- of patiëntcontroleonderzoek)
Vertekening van de onderzoeksresultaten, veroorzaakt door bias in de informatie doordat er meetfouten zijn gemaakt. Informatiebias kan zich bijvoorbeeld voordoen wanneer een aantal onderzoeksdeelnemers in een foutieve expositiegroep is ingedeeld, of wanneer een foutieve outcome wordt geregistreerd (misclassificatie)
Informatiebias (bij een SR)
Het niet gebruiken van de juiste informatie, of het niet juist gebruiken van informatie, of het incorrect overnemen van informatie uit de oorspronkelijke onderzoeken
Intention to treat
Methode bij een RCT waarbij alle deelnemers die via randomisatie aan de interventie- of controlegroep zijn toegewezen ook in diezelfde groep worden geanalyseerd, ook als ze tussentijds hun deelname aan het onderzoek beëindigd hebben, of als ze zich meteen na randomisatie teruggetrokken hebben
Interne validiteit
Mate waarin het onderzoek vrij is van bias, en de onderzoeksresultaten dus vrij zijn van vertekening
Patiëntcontroleonderzoek
Onderzoeksvorm waarbij de onderzoekers een groep onderzoeksdeelnemers met een specifieke aandoening (de patiëntengroep) vergelijken met een groep onderzoeksdeelnemers (de controlegroep) die deze specifieke aandoening niet hebben, maar die op andere kenmerken (leeftijd, geslacht en dergelijke) sterk overeenkomen met onderzoeksdeelnemers uit de patiëntengroep. Bij beide groepen kijken de onderzoekers terug in de tijd (retrospectief) in welke mate een bepaalde potentiële risicofactor voor die aandoening aanwezig was. Hiermee wordt onderzocht in welke mate deze factor bijdraagt aan de betreffende aandoening
Prognostische factor
Factor die, als het gezondheidsprobleem al aanwezig is, het verloop en de afloop ervan positief of negatief beïnvloedt, en op deze manier dus ook de gezondheidsuitkomst(en) beïnvloedt
Referentietest
Bij diagnostisch onderzoek wordt een te onderzoeken diagnostische test vergeleken met de test die op dat moment de beste is, omdat er de minste fouten mee worden gemaakt. Een fout betekent dat een test ten onrechte aangeeft dat een persoon de diagnose heeft of juist niet heeft (zie fout-positief en fout-negatief). De test die op dat moment de minste fouten maakt, wordt ‘gouden standaard’ genoemd. Omdat er in veel gevallen geen gouden standaard beschikbaar is, wordt de best presterende test gezocht, die dan ‘referentietest’ genoemd wordt
Selectiebias (in een RCT of cohort- of patiëntcontroleonderzoek)
Vertekening van de onderzoeksresultaten veroorzaakt door systematische fouten bij het selecteren van onderzoeksdeelnemers
Selectiebias (in een SR)
Vertekening van de onderzoeksresultaten van de systematic review, veroorzaakt door systematische fouten bij het selecteren van de onderzoeken die in de systematic review zijn opgenomen
Sensitiviteit
De sensitiviteit van een diagnostische test is het aandeel (percentage) personen met de ziekte waarvan de test hoort aan te tonen of die ziekte aanwezig is, die door de test terecht als ziek worden aangeduid: de terecht-positieven (true positives)
Specificiteit
De specificiteit van een diagnostische test is het aandeel (percentage) personen zonder de ziekte waarvan de test hoort aan te tonen of die ziekte aanwezig is, die door de test terecht als niet-ziek worden aangeduid: de terecht-negatieven (true negatives)