01-12-2018 | Column
Verbonden
Gepubliceerd in: Jeugd en Co | Uitgave 6/2018
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Ik herinner me logeerpartijen bij mijn ‘oma Rotterdam’. Mijn frunnikhemdje ging altijd mee; zonder dat kleinood kon ik niet slapen. Samen met mijn zusje verheugde ik me op wat komen ging: tomatensoep met balletjes, met de tram naar de Euromast en in opa’s stoel in het spionnetje kijken naar de boten in Delfshaven. Het was altijd fijn, totdat de avond kwam. Dan knaagde het heimweemonster ruwe randen aan de dag en begon het grote missen: de geur van thuis, de warmte van mama, het licht op de gang. Weer thuis begon na verloop van tijd het verlangen naar een nieuwe logeerpartij. Zeker weten dat het dit keer goed zou gaan…