Sofie, tweeënhalf, klimt op een krukje om bij de verboden schaar te komen. Als ze van het krukje springt valt de schaar uit haar hand en geeft een kras op de arm van Yildiz, die hard begint te huilen. Als de leidster komt aangelopen zegt Sofie: ‘Heb nie gedaan, Yil heb schaar.’