Abstract
De laatste jaren is er aandacht voor de relatie tussen auto-immuunziekten en medicatie voor auto-immuunziekten enerzijds en maligniteiten anderzijds. Van een aantal auto-immuunziekten is correlatie met het ontstaan van maligniteit aangetoond, zoals de associatie van primair syndroom van Sjögren met verschillende vormen van non-hodgkinlymfoom (OR variërend van 6.5 tot 1000 voor het MALT-lymfoom in de parotisspeelselklier (1), dermatomyositis met een scala aan solide tumoren (2), systemische lupus erythematosus en non-hodgkinlymfoom (3). Reumatoïde artritis (RA) is ook geassocieerd met een aantal maligniteiten, overall malignities standardized incidence risk (SIR) van 1,05 (95% CI: 1,01-1,09), lymfomen SIR 2,08 (95% CI: 1,80-2,39) en longkanker SIR 1,63 (95% CI: 1,43-1,87) (4). Mogelijk is de reden dat bij deze auto-immuunziekten de afweer, die tegen de ziekte weliswaar verhoogd is, tegen beginnende kanker niet optimaal is. Immuniteit is belangrijk in de afweer tegen maligniteiten, zoals het ontstaan van kaposisarcoom bij aids aantoont. Een ander voorbeeld is, dat bij colorectale kanker aanwezigheid van immuuncellen in de tumor geassocieerd is met afwezigheid van metastasen en met verlengde overleving (5).