Inleiding
Mevrouw de Groot is onlangs 88 jaar geworden. Tot voor kort woonde ze zelfstandig. Vanwege haar verminderde gezondheid is mevrouw opgenomen in een somatisch verpleeghuis. Van haar drie kinderen wonen er twee in Nederland waarvan een kind in haar woonomgeving. Haar jongste zoon woont buiten Europa. Mevrouw de Groot heeft zich neergelegd dat in deze moderne tijd haar kinderen maar zo af en toe op bezoek kunnen komen. Omdat mevrouw de Groot een beperkt gezichtsvermogen heeft en gebruik maakt van een rolstoel, ontvangt ze zorg en begeleiding in een verpleeghuis. Mevrouw de Groot kan maar moeilijk wennen aan haar nieuwe woonomgeving. Ook haar bed voelt vreemd en onwennig aan. Mede hierdoor slaapt mevrouw slecht. Ze is bang om uit bed te vallen en voelt zich daarbij niet veilig. De verzorgenden kunnen dit niet veranderen. ’s Nachts staat mevrouw tot twee maal toe op om naar het toilet te gaan. Ze vindt het heel belangrijk en prettig om zo lang mogelijk zelfredzaam te blijven en is bang om incontinent verklaard te worden. Vaak vergeet Mevrouw de Groot om hierbij het licht aan te doen en daarna kan ze slechts moeizaam haar bed weer terugvinden.