Skip to main content
Top

1998 | Boek

VAARDIGHEDEN SPECIFIEKE VERPLEEGKUNDE

Auteurs: M.R. Bouma, drs. J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

.

Inhoudsopgave

Voorwerk

Voorbehouden handelingen

Voorwerk
1. Het toedienen van injecties TOELICHTING
Samenvatting
De juiste plaats voor het toedienen van een subcutane injectie is afhankelijk van het doel waarvoor men de injectie geeft.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
2. HET VERRICHTEN VAN EEN VENAPUNCTIE TOELICHTING
Samenvatting
Bij een venapunctie wordt bloed via een naald opgezogen uit een vene. Het bloed wordt onderzocht op bepaalde waarden die door een arts worden afgesproken. Door bepaling van die waarden kan een beeld worden verkregen van de toestand van de zorgvrager en/of het functioneren van een orgaan.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
3. HET VERRICHTEN VAN EEN HIELPRIK BIJ NEONATEN TOELICHTING
Inleiding
In Nederland worden alle pasgeboren baby’s (neonaten) op twee aangeboren ziekten onderzocht. Dit zij
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
4. HET INBRENGEN VAN EEN PERIFEER INFUUS
Samenvatting
In de dagelijkse praktijk komt de verpleegkundige veelvuldig in aanraking met zorgvragers die om verschillende redenen een perifeer infuus nodig hebben.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
5. Het toedienen van geneesmiddelen via fusie TOELICHTING
Samenvatting
In een aantal situaties is het noodzakelijk dat medicijnen intraveneus worden toegediend. Dit kan zijn omdat een snelle werking van het geneesmiddel vereist is. Een reden kan ook zijn dat het geneesmiddel niet of onvoldoende via het maag-darmkanaal opgenomen of geresorbeerd kan worden, bijvoorbeeld na een operatie aan het maag-darmkanaal.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
6. Bloedtransfusie TOELICHTING
Samenvatting
Een bloedtransfusie is eigenlijk een weefseltransplantatie en vereist daarom de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Bij een bloedtransfusie wordt (eerder afgenomen) bloed van een donor in de bloedbaan van de zorgvrager overgebracht. Een bloedtransfusiedienst registreert en keurt bloeddonoren. Regionale bloedbanken of de bloedbank van het ziekenhuis zorgen voor afname, verwerking en distributie van bloed of bloedcomponenten.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
7. Het toedienen van cytostatica intraveneus TOELICHTING
Samenvatting
Het toedienen van cytostatica neemt een belangrijke plaats in bij de behandeling van verschillende soorten kanker. De indicaties, behandelingsdoelen, behandelingsschema’s en soorten cytostatica verschillen van zorgvrager tot zorgvrager. Het therapeutische principe van cytostatica berust op het vernietigen of verminderen van zich snel delende cellen. Onder andere tumorcellen vermenigvuldigen zich snel.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
8. Epidurale katheter TOELICHTING
Samenvatting
Een epidurale katheter wordt door een anesthesist ingebracht in de epidurale ruimte van de wervelkolom (zie afbeelding 8.1).
Het inbrengen van de katheter vindt in de meeste gevallen plaats in de operatiekamer onder steriele omstandigheden en met bewaking van de vitale functies van de patiënt.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
9. Centraal-Veneuze katheters TOELICHTING
Samenvatting
Een centraal-veneuze katheter (cvc) is een infuuskatheter die met de punt in een groot bloedvat in de thorax van de zorgvrager ligt, namelijk in de vena cava superior.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
10. Maagkatheter TOELICHTING
Samenvatting
Er zijn veel verschillende soorten maagkatheters in gebruik. De dikte en de lengte van de katheter hangen af van het doel waarvoor hij wordt ingebracht. Wordt een maagkatheter gebruikt voor het toedienen van voeding dan spreken we over een sonde (enkelloops) en bij drainage (= afzuigen) van maaginhoud over een dubbelloopse katheter. Om de wand van de maag niet te beschadigen zijn de meeste katheters voorzien van openingen aan de zijkant.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
11. HET KATHETERISEREN VAN DE BLAAS TOELICHTING
Samenvatting
Bij het katheteriseren van de blaas wordt een flexibele katheter via de urethra in de blaas gebracht, waardoor de urine wordt afgevoerd.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
12. Het verwijderen van drains
Samenvatting
In het operatiegebied kan de chirurg verschillende typen drains aanbrengen.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
13. HET VERZORGEN VAN EEN TRACHEOSTOMA TOELICHTING
Inleiding
Tracheotomie is het openen van de luchtweg door het insnijden van enkele kraakbeenringen van de luchtpijp (trachea).
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger

Methoden en technieken

Voorwerk
Hoofdstuk 14 Lichaam en uiterlijk
Samenvatting
Bij ‘lichaam en uiterlijk’ wordt al snel gedacht aan persoonlijke, lichamelijke hygiëne.
De uitvoering daarvan behoort normaal gesproken tot de zelfzorg, maar in situaties van gezondheidsproblematiek wordt dat vaak (deels) overgenomen door mantel- of professionele zorgverleners. Onderdelen van de ‘normale’ persoonlijke verzorging zijn de huid-, gezichts-, haar-, mond-, oor-, oog-, neus- en nagelverzorging. De vaardigheden die daarvoor nodig zijn, zijn beschreven in het boek Vaardigheden Basisverpleegkunde. Behalve de normale persoonlijke verzorging kan ook specifieke zorg vereist zijn. Dit is een type zorg die het gevolg is van een ongewenste situatie, namelijk het optreden van wonden, ofwel beschadigingen van de huid. Er zijn verschillende typen wonden, zoals doorligwonden, schaafwonden, brandwonden, operatiewonden, snijwonden en bijtwonden.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
Hoofdstuk 15. Houding en beweging
Samenvatting
Met bewegingsbeperkende hulpmiddelen wordt bedoeld: alle materiaal dat gebruikt wordt om overmatige lichamelijke activiteit (bewust of onbewust) van de zorgvrager tegen te gaan.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
16. Circulatie
Samenvatting
Shock is een plotseling optredend onvoldoende functioneren van de bloedsomloop door verminderde vaatvulling. Naar verhouding wordt er te weinig bloed door het hart in het vaatstelsel gepompt. Deze levensbedreigende situatie kan de dood tot gevolg hebben. Het is dan ook noodzakelijk direct te handelen en een arts te waarschuwen.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
17. Hoofdstuk 17 Ademhaling
Inleiding
Een obstructie in de ademhalingsorganen en irritaties van de luchtwegen veroorzaken gewoonlijk hoestprikkels. Hoesten kan gezien worden als een beschermingsmechanisme van het lichaam.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
18. Spijsvertering
Inleiding
In een voedings- en vochtbalans wordt de verhouding tussen voedsel- en vochtopname (voeding en vocht 'per os' en vochtopname 'parenteraal', zoals een voedingsinfuus) enerzijds en voedsel- en vochtverlies (door overmatig transpireren, ontlasting en urine-uitscheiding, braken en eventueel bloedverlies) anderzijds weergegeven.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
19. Uitscheiding
Inleiding
Zorgvragers kunnen om verschillende redenen een verblijfkatheter hebben. Behalve wegens ziekten en afwijkingen waarvoor zij onder behandeling zijn kan ook een blijvende handicap de reden zijn.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
Hoofdstuk 20. NEUROLOGISCH STUURMECHANISME
Inleiding
Bewusteloosheid is een toestand waarin het bewustzijn tijdelijk of blijvend is uitgeschakeld. Coma is een toestand van volledige en diepe beWusteloosheid waarbij ook alle reflexen ontbreken.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
HORMONAAL STUURMECHANISME
Inleiding
Met behulp van hormonen kan de ovulatie worden gestimuleerd of voorkomen. Hormonen kunnen op verschillende manieren worden toegediend; de meest voorkomende vormen zijn de prikpil, een depotpreparaat, en'de pil' die oraal wordt ingenomen.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
Hoofdstuk 22. Seksueel functioneren
Samenvatting
Het seksueel functioneren van de mens wordt algemeen gezien als een niet weg te cijferen onderdeel van het individuele welzijn. Dit welzijn heeft zowel een lichamelijke als een psychosociale kant. Seksualiteit hoort bij mensen en houdt verband met hun voortplantingsbehoefte. Het seksueel gedrag komt verder voort uit de behoefte aan tederheid, liefde, erotiek, lustbeleving en intimiteit.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
Hoofdstuk 23. Isoleren en separeren
Samenvatting
Er zijn verschillende situaties waarin het nodig is de zorgvrager en zijn omgeving te beschermen; de maatregelen die genomen kunnen worden verschillen eveneens.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
24. REKENEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN
Inleiding
Rekenen is nodig bij het klaarmaken van medicijnen, het begrijpen van hetgeen je leest op etiketten voordat je de zorgvrager iets toedient en het oplossen en verdunnen van stoffen die rechtstreeks of indirect aan zorgvragers worden toegediend. Je zou kunnen zeggen: ‘In een computertijdperk, met calculators in elke jaszak en met een apotheekvoorziening van hoge kwaliteit is het kunnen rekenen met ml, cc, %, E, enzovoort toch niet meer nodig?’ In deze gedachte schuilt nu juist het gevaar!
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger

Sociale vaardigheden

Voorwerk
Hoofdstuk 25 De verpleegkundige in bespreking
Samenvatting
De verpleegkundige moet veel werk samen met anderen doen. Om goed samen te kunnen werken is er veel overleg nodig. In de praktijk zijn er veel soorten overleg (besprekingen), waarvoor allerlei – gedeeltelijk dezelfde – spelregels gelden.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
26. DE VERPLEEGKUNDIGE IN GESPREK
Inleiding
In het dagelijks werk communiceert de verpleegkundige veel met zorgvragers. Dit kan een alledaags praatje zijn, maar ook een hulpverleningsgesprek of een slecht-nieuwsgesprek. In het boek Vaardigheden basisverpleegkunde zijn de elementaire sociale vaardigheden behandeld.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
Hoofdstuk 27. Vormen van gespreksvoering
Samenvatting
Gesprekken kunnen verschillen in doelstelling, structuur en vaardigheden. Bij het vaststellen van de doelstelling van een gesprek dien je je af te vragen:
  • welke informatie moet er overgedragen en ontvangen worden (kennisdoelen)?
  • welk gevoel wil ik achterlaten en welke mening wil ik beïnvloeden in het gesprek (houdingsdoelen)?
  • wat moet er gedaan worden na dit gesprek (gedragsdoelen)?
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
28. GROEPSVORMING EN GROEPSONTWIKKELING
Samenvatting
Verpleegkundigen werken ook in een samenwerkingsverband. In een groep van samenwerkende mensen zijn relaties te onderscheiden die de inhoud en de sfeer van de samenwerking bepalen.
M.R. Bouma, J.A.M. Kerstens, L.D. Klei, H. Oldenburger
Nawerk
Meer informatie
Titel
VAARDIGHEDEN SPECIFIEKE VERPLEEGKUNDE
Auteurs
M.R. Bouma
drs. J.A.M. Kerstens
L.D. Klei
H. Oldenburger
Copyright
1998
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-0678-7
Print ISBN
978-90-313-2570-2
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0678-7