De functie wijkverpleegkunde dreigt in twee segmenten uit elkaar getrokken te worden. De ene wijkverpleegkundige mag niet handelen als ze ziet dat dit nodig is. En de andere kent de situatie in de wijk onvoldoende om goed te kunnen indiceren. De verantwoordelijke partijen praten over een oplossing.
De belofte was duidelijk: met de hervorming van de langdurige zorg zou de wijkverpleegkunde als aanspraak in de wet worden geregeld, waarbij de zorg werd geïnterpreteerd “zoals de verpleegkundige die pleegt te bieden”. ‘Een zo breed mogelijke inzet dus’, zegt woordvoerder Francis Bolle van V&VN. ‘Hiervoor zou ook een goed bekostigingsmodel worden opgezet. Nu zien we toch weer dat schotten ontstaan waardoor die brede invulling van de functie van de wijkverpleegkundige niet tot zijn recht dreigt te komen. Het probleem is dat de brede inzet van de wijkverpleegkundige vraagt om een wijkgebonden bekostiging, en dat die zich moeilijk laat vertalen naar de Zorgverzekeringswet. Een wijkgebonden bekostiging laat zich immers niet terug vertalen naar één verzekerde.’
Het gevolg is dat nu een wijkverpleegkundige segment 1 en een wijkverpleegkundige segment 2 ontstaan. Bolle legt uit: ‘In het tweede segment zit de zorgverlening, maar ook de indicatiestelling. Wil je als wijkverpleegkundige goed indiceren, dan heb je kennis nodig van de wijk waarin iemand woont. Je moet dan immers weten welke welzijnsvoorzieningen in die wijk bestaan en wat in het informele circuit kan worden geregeld. Maar die kennis zit dus bij de wijkverpleegkundige segment 1. Omgekeerd: als een wijkverpleegkundige segment 1 ziet dat iets niet goed is met een cliënt, dan mag ze niet handelen, maar moet ze een wijkverpleegkundige segment 2 inschakelen om dit te doen. Wat we nu zien is dat zorgverzekeraars segment 1 inkopen bij andere zorgaanbieders dan segment 2 en dat zorgaanbieders de twee segmenten op functioneel niveau uit elkaar gaan trekken.’
Bolle stelt dat het ministerie van VWS inziet dat de functie van de wijkverpleegkundige hiermee onvoldoende tot zijn recht kan komen. ‘Er heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden’, vertelt ze. ‘En Zorgverzekeraars Nederland heeft ook aangegeven voorstander te zijn van integraliteit voor de functie wijkverpleegkundige. Het geeft alleen wel aan dat zorgverzekeraars nu aanlopen tegen praktische uitvoeringsproblemen op het gebied van de financiering. De zorgverzekeraars gaan dus aan tafel om te bespreken welke oplossingsrichtingen mogelijk zijn. Dit stemt ons voorzichtig positief, maar wel met de nadruk op voorzichtig. Het zal moeilijk te regelen zijn want de combinatie tussen populatiebekostiging en prestatiebekostiging is voor zorgverzekeraars moeilijk te maken. Onze hoop is gevestigd op het overgangsjaar 2015, dat ons de tijd moet geven om de gevolgen van de nu ontstane situatie goed in kaart te brengen. Ondertussen blijven wij van V&VN inzetten op het belang van die brede, generalistische functie van de wijkverpleegkundige.’
Auteur(s): Frank van Wijck Beeld: Fotolia