Skip to main content
Top

2018 | Boek

Urologische chirurgie

Auteur: Hendries Boele

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

Boekenserie : Operatieve zorg en technieken

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Dit leerboek geeft aankomende operatieassistenten een helder beeld van operatietechnieken binnen de urologische chirurgie. Ook geeft het achtergrondinformatie bij verschillende ziektebeelden. Daardoor is het ook zeer geschikt als naslagwerk voor andere beroepsgroepen in de gezondheidszorg.

Urologische chirurgie is onderdeel van de reeks Operatieve Zorg en Technieken. Die bestaat uit het basisboek en uit een aantal vervolgdelen, waarin de verschillende subspecialismen van de chirurgie worden behandeld. Ieder hoofdstuk begint met een inleiding, gevolgd door een uitwerking van de pre-, per- en postoperatieve fase van de operatie. De opstelling van het operatieteam wordt per operatiebeschrijving verduidelijkt door een afbeelding. Achter in het boek staat altijd een selectie van veelvoorkomend specifiek instrumentarium. De reeks ‘Operatieve Zorg en Technieken’ benadert de beroepsuitoefening van de operatieassistent zo dicht mogelijk. De talrijke afbeeldingen onderbouwen deze benadering.

Deze editie van Urologische chirurgie is aangepast aan de meest recente ontwikkelingen in het specialisme. Door de enigszins gewijzigde opzet is deze uitgave overzichtelijker geworden. Ook is er een aantal nieuwe technieken opgenomen, zoals de robotgeassisteerde radicale cystectomie (RARC), de endoscopische transvesicale adenomectomie van de prostaat (ETAP) en de Urolift-procedure.

Inhoudsopgave

Voorwerk

Algemene principes en richtlijnen

Voorwerk
1. Positionering van de patiënt
Samenvatting
Het goed positioneren van de operatiepatiënt is essentieel. Aan de orde komen de rugligging, de steensnedeligging, de zijligging met lumbotomieknik, de buikligging en de liggingen bij laparoscopische ingrepen.
Hendries Boele
2. Opstellingen van het operatieteam
Samenvatting
Per ingreep zijn verschillende opstellingen van het operatieteam mogelijk. Getoond worden de laparoscopische nieroperatie, de boven- en onderbuikslaparotomie, de lumbotomie, de endoscopische operatie in steensnedeligging, de ureterorenoscopie en de robotgeassisteerde laparoscopische prostatectomie (RALP).
Hendries Boele
3. Specifieke benodigdheden bij urologische ingrepen
Samenvatting
De verschillende typen katheters die bij urologische ingrepen worden gebruikt, zijn blaaskatheters, suprapubische katheters en drainagesystemen (pigtail-, nefrostomie- en ureterkatheters). Als een katheter langdurig in situ moet blijven, geeft een suprapubische katheter minder irritatie en urineweginfecties dan verblijfskatheters. Bij het verwijderen van nierstenen gebruikt men een dormiakatheter (korfje) of een grasper forceps (‘tentakels’). Andere benodigdheden bij urologische ingrepen zijn punctienaalden, voerdraden en dilatatoren.
Hendries Boele
4. Intracorporale lithotripsie
Samenvatting
Naast extracorporal shockwave lithotripsy (ESWL, zie par. 10.​2) zijn er ook intracorporale technieken om stenen in nieren, urineleider of blaas te vergruizen. Intracorporale lithotripsie kan worden uitgevoerd met samengeperste lucht (pneumatische lithotripsie), met laser of met ultrageluid.
Hendries Boele
5. Robottechnologie
Samenvatting
De Da Vinci-robot werd in 1998 geïntroduceerd in de cardiochirurgie, waarna al snel de urologie volgde. Het wordt met name in de prostaatchirurgie veel gebruikt. Het telemanipulatiesysteem voor laparoscopische chirurgie bestaat uit een bedieningspaneel voor de operateur, vier robotarmen waaraan het instrumentarium bevestigd wordt, een hogeresolutie-3D-videotoren en EndoWrist®-instrumentarium.
Hendries Boele
6. Richtlijnen bij endoscopische en laparoscopische operaties
Samenvatting
De urologie is bij uitstek het vakgebied waarin met een scoop wordt gewerkt. Met een endoscoop bekijkt men inwendige organen via een natuurlijke opening, in dit geval meestal de urethra, met een laparoscoop bekijkt men de buikholte op minimaal invasieve wijze. In dit hoofdstuk worden de procedures en benodigheden bij endoscopische en laparoscopische operaties besproken. Ook 3D-laparoscopie komt aan de orde.
Hendries Boele

Nieren

Voorwerk
7. Nieren: anatomie en afwijkingen
Samenvatting
De nieren zijn twee boonvormige organen ter weerszijden van de wervelkolom. Ze verwijderen afbraakproducten uit het bloed, reguleren de vocht- en zoutbalans en produceren erytropoëtine, renine en calcitriol. Congenitale nierafwijkingen zijn hypoplasie, agenesie, bekkennier, hoefijzernier, nierverdubbeling en subpelviene stenose. Verworven nieraandoeningen zijn nefritis, nierstenen, nierkanker, niercyste, hydronefrose.
Hendries Boele
8. Nefrectomie
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden de totale en de partiële nefrectomie besproken. Eerst worden verschillende indicaties voor het verwijderen van een nier behandeld. In de daaropvolgende paragrafen worden de chirurgische benaderingen besproken. Open technieken zijn de transabdominale benadering en de lumbotomie, maar laparoscopische nefrectomie verdient de voorkeur, ook bij een partiële nefrectomie.
Hendries Boele
9. Laparoscopische pyelumplastiek volgens Anderson-Hynes
Samenvatting
Laparoscopische pyelumplastiek: gedeeltelijk reseceren van gedilateerde pyelum samen met pyelo-ureterale overgang. Vervolgens opnieuw anastomoseren ureter aan caudale gedeelte pyelum en sluiten resterende defect pyelum. Complicaties van laparoscopische pyelumplastiek kunnen zijn: urinoom, stenose.
Hendries Boele
10. Nierstenen
Samenvatting
Nierstenen kunnen zich bevinden in calices, pyelum, ureter, blaas of urethra. Ze kunnen worden verwijderd via intra- of extracorporele schokgolfbehandeling (niersteenvergruizing, complicaties: blauwe plek, koliekaanvallen, urinewegafsluiting), percutane nefrolithotomie (complicaties: achterblijven van steenresten). Pyelolithotomie (complicaties: urinoom, stenose van de pyelotomienaad), ureterorenoscopie en laparoscopische niersteenverwijdering worden minder vaak toegepast.
Hendries Boele

Ureter

Voorwerk
11. Ureters: anatomie en afwijkingen
Samenvatting
De beide ureters lopen vanaf het pyelum links en rechts langs de wervelkolom retroperitoneaal naar de blaas. Het lumen van het pyelum en de ureters is bekleed met overgangsepitheel. Congenitale afwijkingen van de ureter zijn verdubbeling (compleet of incompleet), ureterokèle, retrocavale ureter, ureterovesicale stenose (functioneel of anatomisch) en vesico-ureterale reflux. De chirurgische benadering is vrijwel altijd endoscopisch, in sommige gevallen open.
Hendries Boele
12. Ureterstenen
Samenvatting
Ureterstenen ontmoeten op hun weg naar de blaas een aantal natuurlijke vernauwingen, die de passage moeilijker maken, waaronder de pyelo-ureterale overgang, de kruising met de iliacale vaten en de vesico-ureterale overgang. Met echografie en een overzichtsfoto kunnen de meeste stenen worden opgespoord. Ureterorenoscopie, optisch onderzoek van de hogere urinewegen, kan een diagnostisch doel hebben (bioptname) of een therapeutisch doel (verwijdering van een uretersteen of opheffen van een stenose of papillaire afwijking). Mogelijke complicaties zijn perforatie, hematurie, kolieken of stenose. Ureterolithotomie kan ook open plaatsvinden via een lumbotomie.
Hendries Boele
13. Antirefluxoperaties
Samenvatting
Men onderscheidt primaire reflux, het terugstromen van urine in ureter en nier door insufficiënte vesico-ureterale overgang, en secundaire reflux door andere oorzaken (hypertrofie van de blaashals, urethrastenose, urethrakleppen of chronische urineweginfectie). Reflux kan zichtbaar gemaakt worden via: een mictiecystogram, een isotopencystogram, cystoscopie en eventueel een radionuclidescan met DMSA (ter evaluatie). Als afwachtend beleid niet aan de orde is, is subostiale injectie met een opvulmiddel een mogelijkheid. Bekende anti-refluxoperaties zijn intravesicale re-implantatie van de ureter volgens Politano-Leadbetter, intravesicale gekruiste re-implantatie van de ureter volgens Cohen en extravesicale re-implantatie van de ureter volgens Lich-Grégoire.
Hendries Boele
14. Operaties bij trauma’s van de ureter
Samenvatting
Verwondingen van de ureter zijn voornamelijk iatrogeen. Een ureterletsel als gevolg van een stomp buiktrauma komt zelden geïsoleerd voor; penetratie van de ureter is meestal het gevolg van een schot- of steekwond. Ureterletsel kan aanleiding geven tot hematurie, urine-extravasatie, kolieken en hydronerose (bij accidentele ligatie), anurie (bij beiderzijdse ligatie) en fistelvorming.Een boariplastiek verlengt de ureter door een gesteelde buislap te creëren uit de blaas.
Hendries Boele

Blaas

Voorwerk
15. Blaas: anatomie en afwijkingen
Samenvatting
De blaas ligt voor in het kleine bekken op de bekkenbodem, direct achter de symfyse, in het preperitoneale gebied. De blaaswand is opgebouwd uit glad spierweefsel en aan de binnenzijde bekleed met overgangsepitheel. Vlak bij de inmondingsplaats van de beide ureters bevindt zich de urethra, het gebied waar deze drie structuren gelegen zijn, vormt de blaasdriehoek (trigonum). Congenitale blaasafwijkingen zijn extrophia vesicae (open blaas), blaasdivertikel en openblijvende urachus. Chirurgische ingrepen aan de blaas kunnen transurethraal, laparoscopisch of via een laparotomie worden uitgevoerd.
Hendries Boele
16. Oncologische blaasoperaties
Samenvatting
In de blaas kunnen oppervlakkige, niet-invasieve carcinomen van het overgangsepitheel ontstaan, solitair of multifocaal, maar ook invasief groeiende blaastumoren. Naar histologisch type onderscheidt men, in aflopende frequentie, urotheelcarcinoen met papillaire of niet-papillaire bouw (90 %), plaveiselcelcarcinomen (6–8 %) en adenocarcinomen (2 %). Blaascarcinomen worden gestageerd volgens de TNM-classificatie (tumorgrootte, lymfeklieren, metastasen) en naar agressiviteit gegradeerd van G1 tot en met G4. Chirurgische behandelingen zijn transurethrale resectie of radicale cystectomie, al dan niet met gelijktijdige verwijdering van prostaat en zaadleiders (bij de man) of uterus en ovaria (bij de vrouw). Eventueel wordt ook de urethra verwijderd. Een nieuwe ontwikkeling is robotgeassisteerde radicale cystectomie (RARC).
Hendries Boele
17. Blaasstenen
Samenvatting
Het verwijderen van blaasstenen (cystolithotomie) gebeurt normaal gesproken transurethraal (fragmentatie en evacuatie) en soms operatief via sectio alta. Mogelijke complicaties van transurethrale lithotripsie zijn urethrastrictuur en steenvorming. Mogelijke complicaties van sectio alta zijn hematurie en urinelekkage.
Hendries Boele
18. Overactieve blaas
Samenvatting
Een overactieve blaas kan veroorzaakt worden door cystitis, blaascarcinoom, blaassteen, verdikte blaaswand, obstructie van de prostaat, bekkenbodeminsufficiëntie, verminderde urethrale functie, psychologische of neurogene factoren. De diagnostiek omvat mictiedagboek, urinesediment, rectaal toucher (prostaat), cystoscopie (blaascarcinoom) en urodynamisch onderzoek. Bij het ontbreken van een duidelijke oorzaak kunnen de symptomen behandeld worden met anticholinergica, spoelen met een vloeistof die de GAG-laag herstelt of injecteren van botulinetoxine in de blaasspier. Implantatie van een sacraal neuromodulatiesysteem herstelt de coördinatie van de blaasfunctie.
Hendries Boele

Prostaat

Voorwerk
19. Prostaat: anatomie en afwijkingen
Samenvatting
De prostaat is een klier ter grootte van een walnoot, die zich onder de blaas bevindt tussen het rectum en de symfyse, en die het eerste deel van de urethra omgrijpt. Chirurgische behandelingen bij prostaathyperplasie zijn transurethrale resectie van de prostaat (TURP), extravesicale retropubische adenoomenucleatie volgens Millin, transvesicale adenoomenucleatie volgens Hryntschak, lasertherapie en UroLift. Een prostaatcarcinoom wordt beoordeeld volgens de TNM-stagering; de gradering volgens Gleason zegt iets over de differentiatie van de tumor. Stagering en differentiatie bepalen de behandelingsmogelijkheden: robotgeassisteerde laporascopische prostatectomie, externe of interne radiotherapie, high intensity focused ultrasound (HIFU); cryotherapie en hormonale behandeling (palliatief bij gemetastaseerd PCa).
Hendries Boele
20. Prostaatoperaties
Samenvatting
Transurethrale resectie van de prostaat (TURP) heeft als mogelijke complicaties nabloeding, TUR-syndroom, blaaskrampen, incontinentie en strictuurvorming in de urethra. GreenLight®-lasertherapie is even effectief als TURP, met minder bijwerkingen. Bij blaashalsincisie volgens Turner-Warwick blijft de prostaat intact, maar kan incontinentie en strictuurvorming in de urethra optreden. Ook bij de UroLift-procedure blijft de prostaat intact terwijl de urethra verwijd wordt. Transvesicale prostatectomie volgens Millin of Hryntschak is geïndiceerd bij een hypertrofische prostaat die mictieklachten tot gevolg heeft en te groot is om transurethraal te verwijderen. Mogelijke complicaties bij beide procedures zijn nabloeding, urineweginfectie, urethrastrictuur en incontinentie. Bij robotgeassisteerde laparoscopische prostatectomie (RALP) wordt de hele prostaat verwijderd; bloedingen zijn een mogelijke complicatie. Bij een prostaatadenoom is endoscopische transvesicale adenomectomie van de prostaat (ETAP) een prostaatsparende optie. Laparoscopische lymfeklierdissectie is bedoeld voor het stageren van pelviene lymfeklieren en voor het opsporen van metastasen.
Hendries Boele

Urethra

Voorwerk
21. Urethra: anatomie en afwijkingen
Samenvatting
De urethra ontspringt aan de voorzijde van de blaas en transporteert de urine naar buiten toe. Een gedeelte van deze afvoerbuis verloopt bij de vrouw anders dan bij de man. Congenitale afwijkingen van de urethra zijn urethrastenose, meatusstenose, urethrakleppen, urethradivertikel, urethraverdubbeling, hypospadie en epispadie.
Hendries Boele
22. Hypospadiecorrectie
Samenvatting
Een hypospadiecorrectie bestaat in elk geval uit een urethraplastiek, meatusplastiek, glanuloplastiek en huidbedekking, soms ook orthoplastiek bij scheefstand van de penis. Bekende operatietechnieken zijn de MAGPI-procedure, de snodgrasstechniek, de onlay-eilandflap en de dwarse preputiumeilandflap. Bij operatieve correctie van een hypospadie wordt de urethra verlengd en naar de gebruikelijke uitgang gebracht, waardoor de patiënt weer op een normale wijze kan urineren.
Hendries Boele
23. Urine-incontinentie
Samenvatting
Men onderscheidt meerdere vormen van incontinentie. Stressincontinentie kan ontstaan bij anatomische verstoring van de vesico-urethrale hoek waardoor het urethrale afsluitmechanisme faalt. Urge-incontinentie kan ontstaan bij ongecontroleerde activiteit van de blaasspier, overloopincontinentie ontstaat bij overvolle blaas. Chirurgische behandelopties voor stressincontinentie bij de vrouw zijn injectie van bulkmateriaal, tension-free vaginal tape (TVT) of transobturator tape (TOT). Operatieve behandelingen voor stressincontinentie bij de man zijn bulkinjecties, male sling, sfincterprothese of para-urethrale ballonnen.
Hendries Boele
24. Operaties bij urethrastricturen
Samenvatting
Oorzaken van een urethrastrictuur zijn nogal eens iatrogeen (katheterisatie, cystoscopie, transurethrale resectie), soms ook infectie of bekkentrauma. Een proximale urethrastrictuur leidt tot trage mictie, nadruppelen, urineretentie, urineweginfecties en verdikking van de blaaswand. Bij een distale strictuur is de urinestraal dun en sproeiend, is extra druk nodig om de blaas te ledigen en kunnen urineweginfecties ontstaan. Chirurgische behandelingen zijn dilateren (eventueel met bougies), urethrotomie volgens Otis, incideren met een urethrotoom volgens Sachse of een urethraplastiek (end-to-end-anastomose, plastiek met buccale mucosa).
Hendries Boele

Uitwendige geslachtsorganen van de man

Voorwerk
25. Uitwendige geslachtsorganen: anatomie en algemene richtlijnen bij operaties
Samenvatting
Tot de uitwendige geslachtsorganen van de man behoren de penis, het scrotum en de testes. De penis bevat drie zwellichamen, twee corpora cavernosa en een corpus spongiosum. de urethra mondt uit in de top van de glans. De testes, opgehangen aan de funiculus spermaticus, liggen in het scrotum. Een operatie aan de geslachtsorganen gebeurt in de regel in rugligging.
Hendries Boele
26. Ingrepen en behandelingen aan de penis
Samenvatting
Een aantal afwijkingen van de penis zijn meatusvernauwing, te kort frenulum preputii, balanitis, priapisme, erectiele disfunctie, penisfractuur, fimose, induratio penis plastica en peniscarcinoom. Chirurgische behandelingen van de penis zijn fimosecorrectie (circulair omsnijden en verwijderen van de voorhuid), correctie van verkromming (corpus reven aan minst gekromde zijde) en partiële of totale penisamputatie (verwijderen carcinoom tot ruim in het gezonde weefsel).
Hendries Boele
27. Scrotumoperaties
Samenvatting
Er zijn diverse scrotumoperaties: het verwijderen van een spermatokèle, het opheffen van een hydrokèle; het deroteren van de zaadstreng bij een torsio testis. Bij een orchidopexie wordt de niet-ingedaalde testikel gemobiliseerd en gefixeerd in het scrotum. Bij een orchidectomie worden één of twee testikels verwijderd, afhankelijk van de indicatie. Een subcapsulaire orchidectomie kan worden uitgevoerd als palliatieve behandeling van een prostaatcarcinoom. Bij een varicokèle-operatie wordt de vena spermatica onderbonden. Een vasovasostomie heeft als doel fertiliteitsherstel door het weer doorgankelijk maken van de ductus deferens.
Hendries Boele
Nawerk
Meer informatie
Titel
Urologische chirurgie
Auteur
Hendries Boele
Copyright
2018
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-2076-9
Print ISBN
978-90-368-2075-2
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2076-9