Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

42. Urine-incontinentie

Auteurs : J. Greidanus, J. H. Dekker, T. O. H. de Jongh

Gepubliceerd in: Diagnostiek van alledaagse klachten

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Omdat het in dit hoofdstuk gaat om mensen die met de klacht urine-incontinentie bij de arts komen, zijn de gegevens in dit hoofdstuk vooral gebaseerd op onderzoek onder relatief gezonde vrouwen. Psychogeriatrische patiënten die niet klagen over de urine-incontinentie zijn niet expliciet beschreven, hoewel de diagnostiek en behandeling van deze patiëntengroep zeer moeilijk kan zijn. Bij alle patiënten met urine-incontinentie is het belangrijk om zorgvuldige diagnostiek te bedrijven, omdat de indeling belangrijke consequenties kan hebben voor het te volgen beleid. In eerste instantie moet onderscheid gemaakt worden tussen ongewild urineverlies op basis van cognitieve of mobiliteitsstoornissen en urine-incontinentie op basis van urineweg- en bekkenbodemafwijkingen. Bij urine-incontinentie is vooral het onderscheid tussen stress- en urgency-incontinentie belangrijk. Een goede anamnese is het belangrijkste diagnosticum. Daarnaast dient men inzicht te krijgen in de ernst en de gevolgen voor de patiënt. Het lichamelijk onderzoek is vooral bedoeld om de bekkenbodem te beoordelen en zeldzame oorzaken van urine-incontinentie uit te sluiten. Bij urgency-, stress- en gemengde incontinentie is verder aanvullend onderzoek in eerste instantie weinig zinvol. Eerst kunnen adviezen en een proefbehandeling gegeven worden. Bij ernstige vormen van stressincontinentie die niet reageren op conservatieve behandeling is verder onderzoek nodig om te beoordelen of operatief ingrijpen is geïndiceerd. Bij reflex- en overloopincontinentie bij vrouwen en bij urine-incontinentie zonder duidelijke oorzaak bij mannen is het zinvol verder onderzoek te verrichten naar een achterliggende oorzaak. Bij alle vormen van incontinentie moet rekening worden gehouden met factoren buiten de urinewegen die de incontinentie kunnen bevorderen of zelfs veroorzaken, zoals medicatie, motorische of cognitieve beperkingen en een urineweginfectie. Gedurende de contacten met patiënten met urine-incontinentie moet steeds rekening worden gehouden met het feit dat dit een hinderlijke klacht is, waarbij dikwijls schaamtegevoel optreedt. De klacht wordt vaak moeilijk ter sprake gebracht en de arts zal er soms gericht naar moeten vragen en bij een vermoeden dat er sprake is van urine-incontinentie moeten doorvragen.
Literatuur
1.
go back to reference Haylen BT, Ridder D de, Freeman RM, et al. An International Urogynecological Association (IUGA/International Continence Society (ICS) joint report on the terminology for female pelvic floor dysfunction. Neurourol Urodynam. 2010;29:4–20. Haylen BT, Ridder D de, Freeman RM, et al. An International Urogynecological Association (IUGA/International Continence Society (ICS) joint report on the terminology for female pelvic floor dysfunction. Neurourol Urodynam. 2010;29:4–20.
2.
go back to reference Valk M. The urinary incontinence in psychogeriatric nursing home patients. Dissertation. Utrecht: Rijksuniversiteit; 1999. Valk M. The urinary incontinence in psychogeriatric nursing home patients. Dissertation. Utrecht: Rijksuniversiteit; 1999.
3.
go back to reference Staat PGM, Tak E, Hopman Rock M. Aard, omvang en behandeling van ongewenst urineverlies in verzorgingshuizen. Leiden: TNO-PG; 1998. Staat PGM, Tak E, Hopman Rock M. Aard, omvang en behandeling van ongewenst urineverlies in verzorgingshuizen. Leiden: TNO-PG; 1998.
7.
go back to reference Visser E, Bock GH de, Kollen BJ, et al. Systematic screening for urinary incontinence in older women: who could benefit from it? Scand J Prim Health Care. 2012;30:21–8. Visser E, Bock GH de, Kollen BJ, et al. Systematic screening for urinary incontinence in older women: who could benefit from it? Scand J Prim Health Care. 2012;30:21–8.
8.
go back to reference Teunissen E, Weel C van, Lagro-Janssen ALM. Urinary incontinence in older people living in the community: examining help-seeking behaviour. Br J Gen Pract. 2005;55:776–82. Teunissen E, Weel C van, Lagro-Janssen ALM. Urinary incontinence in older people living in the community: examining help-seeking behaviour. Br J Gen Pract. 2005;55:776–82.
9.
go back to reference Lagro-Janssen ALM, Smits AJ, Weel C van. Women with urinary incontinence: self-perceived worries and general practitioners’ knowledge of problem. Br J Gen Pract. 1990;40:331–4. Lagro-Janssen ALM, Smits AJ, Weel C van. Women with urinary incontinence: self-perceived worries and general practitioners’ knowledge of problem. Br J Gen Pract. 1990;40:331–4.
10.
go back to reference Cools HJM, Gussekloo J. Dynamische deeloorzaken van incontinentie bij ouderen. Nijmegen: Syllabus congres tussen Wolff en Muller; 2002. Cools HJM, Gussekloo J. Dynamische deeloorzaken van incontinentie bij ouderen. Nijmegen: Syllabus congres tussen Wolff en Muller; 2002.
11.
go back to reference Lisdonk EH van de, Bosch WJHM van den, Lagro-Janssen ALM, et al. Ziekten in de huisartspraktijk. 5e druk. Maarssen: Elsevier Gezondsheidzorg; 2008. Lisdonk EH van de, Bosch WJHM van den, Lagro-Janssen ALM, et al. Ziekten in de huisartspraktijk. 5e druk. Maarssen: Elsevier Gezondsheidzorg; 2008.
13.
go back to reference Nielen MMJ, Spronk I, Davids R, et al. Incidentie en prevalentie van gezondheidsproblemen in de Nederlandse huisartsenpraktijk in 2013. Uit: Nivel Zorgregistraties eerste lijn; 2014. www.nivel.nl/node/4096. Nielen MMJ, Spronk I, Davids R, et al. Incidentie en prevalentie van gezondheidsproblemen in de Nederlandse huisartsenpraktijk in 2013. Uit: Nivel Zorgregistraties eerste lijn; 2014. www.​nivel.​nl/​node/​4096.
14.
go back to reference Teunissen D, Lagro-Janssen ALM. Urinary incontinence in community dwelling elderly: are there sex differences in help-seeking behaviour? Scand J Prim Health Care. 2004;22:209–16.CrossRefPubMed Teunissen D, Lagro-Janssen ALM. Urinary incontinence in community dwelling elderly: are there sex differences in help-seeking behaviour? Scand J Prim Health Care. 2004;22:209–16.CrossRefPubMed
15.
go back to reference Lagro-Janssen ALM. Urine-incontinentie bij vrouwen in de huisartspraktijk. Dissertatie. Nijmegen: Katholieke Universiteit Nijmegen; 1991. Lagro-Janssen ALM. Urine-incontinentie bij vrouwen in de huisartspraktijk. Dissertatie. Nijmegen: Katholieke Universiteit Nijmegen; 1991.
16.
go back to reference Glazener C, Boachie C, Buckley B, et al. Urinary incontinence in men after formal one-to-one pelvic-floor muscle training following radical prostatectomy or transurethral resection of the prostate (MAPS): two parallel randomise controlled trials. Lancet. 2011;378(9788):328–37.CrossRefPubMed Glazener C, Boachie C, Buckley B, et al. Urinary incontinence in men after formal one-to-one pelvic-floor muscle training following radical prostatectomy or transurethral resection of the prostate (MAPS): two parallel randomise controlled trials. Lancet. 2011;378(9788):328–37.CrossRefPubMed
17.
go back to reference Hunter KF, Moore KN, Cody DJ, Glazener CM. Conservative management for postprostatectomy urinary incontinence. Cochrane Database Syst Rev. 2004;2:CD001843. Hunter KF, Moore KN, Cody DJ, Glazener CM. Conservative management for postprostatectomy urinary incontinence. Cochrane Database Syst Rev. 2004;2:CD001843.
18.
go back to reference Messelink EJ. The overactive bladder and the role of the pelvic floor muscles. BJU Int. 1999;83(Suppl 2):31–5.PubMed Messelink EJ. The overactive bladder and the role of the pelvic floor muscles. BJU Int. 1999;83(Suppl 2):31–5.PubMed
19.
go back to reference Payne CK. Epidemiology, pathofysiology and evaluation of urinary incontinence and overactive bladder. Urology. 1998;51(2A Suppl):3–10.CrossRefPubMed Payne CK. Epidemiology, pathofysiology and evaluation of urinary incontinence and overactive bladder. Urology. 1998;51(2A Suppl):3–10.CrossRefPubMed
20.
go back to reference Wein AJ, Rovner ES. The overactive bladder: An overview for primary health care providers. Int J Fert. 1999;44:56–66. Wein AJ, Rovner ES. The overactive bladder: An overview for primary health care providers. Int J Fert. 1999;44:56–66.
21.
go back to reference Gezondheidsraad. Urine-incontinentie. Den Haag; 2001 (Gezondheidsraad publicatie nr. 2001/12). Gezondheidsraad. Urine-incontinentie. Den Haag; 2001 (Gezondheidsraad publicatie nr. 2001/12).
22.
go back to reference Melville JL, Katon W, Delaney K, Newton K. Urinary incontinence in US women: a population-based study. Arch Intern Med. 2005;165:537–42.CrossRefPubMed Melville JL, Katon W, Delaney K, Newton K. Urinary incontinence in US women: a population-based study. Arch Intern Med. 2005;165:537–42.CrossRefPubMed
23.
go back to reference Lagro-Janssen ALM, Debruyne FMJ, Weel C van. Diagnostiek in de huisartspraktijk van incontinentia urinae bij vrouwen goed mogelijk door gerichte anamnese. Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:1441–4. Lagro-Janssen ALM, Debruyne FMJ, Weel C van. Diagnostiek in de huisartspraktijk van incontinentia urinae bij vrouwen goed mogelijk door gerichte anamnese. Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:1441–4.
24.
go back to reference Visser E, Bock GH de, Messelink J, et al. Active encouragement of older women with urinary incontinence in primary care to undergo diagnosis and treatment: a matched-pair cluster randomized controlled trial. Maturitas. 2015;80:212–9. Visser E, Bock GH de, Messelink J, et al. Active encouragement of older women with urinary incontinence in primary care to undergo diagnosis and treatment: a matched-pair cluster randomized controlled trial. Maturitas. 2015;80:212–9.
25.
go back to reference Okkes IM, Oskam SK, Lamberts H. Van klacht naar diagnose. Bussum: Coutinho; 1998. Okkes IM, Oskam SK, Lamberts H. Van klacht naar diagnose. Bussum: Coutinho; 1998.
26.
go back to reference Ab E, Diemen-Steenvoorde JAAM van, Jong TPVM de. Urineverlies op kinderleeftijd; Het belang van een goede mictieanamnese. Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:193–6. Ab E, Diemen-Steenvoorde JAAM van, Jong TPVM de. Urineverlies op kinderleeftijd; Het belang van een goede mictieanamnese. Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:193–6.
27.
go back to reference Assessment and treatment of urinary incontinence. Scientific Committee of the first International consultation of incontinence. Lancet. 2000;355:2153–8.CrossRef Assessment and treatment of urinary incontinence. Scientific Committee of the first International consultation of incontinence. Lancet. 2000;355:2153–8.CrossRef
28.
go back to reference Hunskaar S. A systematic review of overweight and obesity as risk factors and targets for clinical intervention for urinary incontinence in women. Neurourol Urodyn. 2008;185:1775–80. Hunskaar S. A systematic review of overweight and obesity as risk factors and targets for clinical intervention for urinary incontinence in women. Neurourol Urodyn. 2008;185:1775–80.
29.
go back to reference Cools HJM, Bock GH de. De samenhang van ongewenst urineverlies met andere beperking en in het functioneren. Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:1828–30. Cools HJM, Bock GH de. De samenhang van ongewenst urineverlies met andere beperking en in het functioneren. Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:1828–30.
Metagegevens
Titel
Urine-incontinentie
Auteurs
J. Greidanus
J. H. Dekker
T. O. H. de Jongh
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1274-0_42