Samenvatting
De beide ureters lopen vanaf het pyelum langs de wervelkolom, retroperitoneaal, naar de blaas. Ter hoogte van het kleine bekken lopen ze voor de arteria en vena iliaca langs en monden achter/onder in de blaas uit. Het lumen van het pyelum en de ureters is bekleed met overgangsepitheel. Rondom deze epitheellaag bevindt zich glad spierweefsel. Dit spierweefsel kan peristaltische bewegingen uitvoeren, waardoor de urine in de richting van de blaas wordt getransporteerd. Er bestaan verschillende afwijkingen van de ureters, zowel congenitaal als verworven. Een verdubbeling van de ureter is een congenitale afwijking, maar ook een ureterovesicale stenose en een vesico-ureterale reflux horen tot die eerste groep. Twee voorbeelden van verworven aandoeningen zijn de aanwezigheid van ureterstenen of van een urotheelcelcarcinoom. Verwondingen aan de ureter zijn vaak iatrogeen en worden gezien bij operaties aan de onderbuik. Ureterletsel als gevolg van een stomp buiktrauma komt zelden geïsoleerd voor.