01-09-2003 | Debat
Uitvoerige diagnostiek draagt niet bij aan een betere behandeling
Over diagnostiek in de Jeugd-ggz en kinderpsychiatrie
Gepubliceerd in: Kind en adolescent | Uitgave 3/2003
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Diagnostische middelen zijn veelal niet betrouwbaar en valide. Er wordt veel informatie verzameld zonder dat dit consequenties heeft voor het behandelbeleid. Veel diagnostische vragen zijn gericht op het zoeken naar oorzaken van de problemen, hoewel oorzaken meestal niet betrouwbaar traceerbaar zijn. Uitvoerige diagnostiek levert geen betere behandeling op en kan zelfs nadelige gevolgen hebben. Het zoeken naar oorzaken kan leiden tot verkeerde behandelbeslissingen, de lange duur van de diagnostiek demotiveert en heeft daarmee een negatieve invloed op de behandeling. Diagnostische procedures zouden toegespitst moeten worden op het verkrijgen van de informatie die nodig is voor het stellen van een diagnose en voor het bepalen van de behandelstrategie.