Samenvatting
Het uithoudingsvermogen zorgt ervoor dat een lichamelijke inspanning een bepaalde tijd kan worden volgehouden. Als gevolg van veroudering treden er allerlei anatomische en fysiologische veranderingen op. Zowel het aerobe als het anaerobe uithoudingsvermogen vertoont een afname in functionaliteit. Om de functie van het uithoudingsvermogen te classificeren alsmede voor het opstellen van een trainingsplan en de effecten van een interventie te beoordelen, zijn klinimetrische tests en gegevens noodzakelijk. Afhankelijk van de hulpvraag, het functionele niveau van de patiënt en de fysieke belastbaarheid kan een beargumenteerde keuze gemaakt worden uit de verschillende klinimetrische tests. Bij de training van het uithoudingsvermogen zijn de algemene trainingsprincipes leidend. Indien het (nog) niet mogelijk is om te trainen op basis van deze principes, ligt het accent eerst op meer bewegen in het algemeen.