Samenvatting
Naast de afweer tegen micro-organismen is een belangrijke functie van het immuunsysteem de afweer tegen tumoren. Tumorimmunologie houdt zich bezig met de interactie tussen tumorcellen en het immuunsysteem. Om deze interactie goed te kunnen begrijpen is het nodig om de wezenskenmerken van tumorcellen te kennen. De belangrijkste daarvan zijn een ongelimiteerd vermogen tot celdeling, en daarbij zelfvoorzienend te zijn voor groeifactoren, ongevoelig voor remmende factoren en apoptose, en het vermogen hebben tot metastasering. Tumorcellen creëren een eigen micromilieu waarin tumorgroeibevorderende factoren worden geproduceerd en de activiteit van het immuunsysteem wordt onderdrukt. Tegen deze achtergrond kunnen drie fasen worden onderscheiden in de respons van het immuunsysteem op een tumor. In de eliminatiefase (fase 1) worden de tumorcellen herkend en vernietigd door zowel het aangeboren als het verworven immuunsysteem. Dankzij immuunsurveillance wordt een tumorcel met tumorspecifieke of tumorgeassocieerde antigenen in een vroeg stadium uitgeschakeld. Echter, in een evenwichtsfase (fase 2) zijn de tumorcellen niet uitgeschakeld maar worden ze, vooral door T-lymfocyten, onder controle gehouden. De tumor kan echter ontsnappen (escape; fase 3) aan controle door het immuunsysteem onder andere door verlies van tumorantigenen en/of MHC-moleculen, door het creëren van een immunosuppressieve omgeving en door expressie van immuuncheckpoint-remmende moleculen. Bij het ontwikkelen van antitumorimmunotherapie (H14) wordt gebruikgemaakt van kennis van de tumorimmunologie.