Tumoren van het centrale zenuwstelsel (CZS) worden onderverdeeld in primaire tumoren en secundaire tumoren. Gliomen, meningeomen en tumoren uitgaande van zenuwen (schwannomen en neurofibromen) zijn de meest frequent voorkomende primaire CZS-tumoren. Het merendeel van de gliomen is hooggradig en er is voor deze groep geen curatieve behandeling. Laaggradige astrocytomen en oligodendrogliomen hebben een minder agressief beloop. De behandeling bestaat uit chirurgische resectie gevolgd door radio- en chemotherapie. Laaggradige gliomen vertonen na verloop van jaren vaak maligne transformatie naar een hogere graad. Meningeomen zijn meestal traag groeiende, niet-infiltrerende, goedaardige tumoren, waarvoor de primaire behandeling bestaat uit neurochirurgische resectie. Schwannomen en neurofibromen gaan uit van schwanncellen in (hersen)zenuwen of zenuwwortels. De behandeling is neurochirurgisch, waarbij in het geval van een schwannoom de zenuw vaak gespaard kan blijven, maar deze bij een neurofibroom opgeofferd moet worden. Hersenmetastasen kunnen enkelvoudig of multipel voorkomen en de incidentie ligt hoger dan die van primaire hersentumoren. De behandeling van eerste keuze voor hersenmetastasen hangt af van de aanwezigheid van effectieve systemische behandelingsopties. De andere belangrijke behandelingsmodaliteit is bestraling.